Na het eerste negatieve functioneringsgesprek met voormalig minister De Block kreeg de topambtenaar een verbeteringstraject aangeboden, echter zonder resultaat. Kamerlid Depoorter vindt het dan ook opmerkelijk dat zowel minister De Block als minister Vandenbroucke gewoon verder hebben aangemodderd. “Na de eerste negatieve evaluatie en op het hoogtepunt van de coronacrisis, gaf hij de fakkel door aan iemand anders. U moet weten dat we op dat moment geen beschermingsmateriaal voor onze zorgverstrekkers hadden en onze ziekenhuizen vol liepen. Het is ongezien dat een kapitein in volle crisis zijn schip verlaat.”

Coördinatie tijdens pandemie liep fout, minister en overheidsdienst wijzen naar elkaar

Ook de coördinatie tijdens de pandemie onder de topambtenaar verliep niet goed, weet Kathleen Depoorter. “Zo werd het crisiscentrum zelf niet betrokken. Er werd een kleine crisisploeg opgericht en dat was geen goed idee. Cruciale informatie kon niet tijdig worden verwerkt en het apparaat van de FOD Volksgezondheid geraakte zeer snel overwerkt. Nadien begon zowel de FOD Volksgezondheid als het kabinet van minister De Block elkaar met de vinger te wijzen.”

Meerderheid lacht vraag van N-VA om uitleg weg

Na de tweede negatieve evaluatie is de topambtenaar met ziekteverlof gegaan. Het is echter niet duidelijk hoe het nu verder moet, want de paars-groene regering weigert pertinent om informatie te verschaffen aan de N-VA. “In de commissie van Volksgezondheid deed de meerderheid wat lacherig over onze vraag om uitleg. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat minister Vandenbroucke het zelf niet goed weet hoe het nu verder moet. Maar het zou hem dan sieren om daarover eerlijk te zijn en dat gewoon te melden dat hij voorlopig geen oplossing heeft.”

Minister Vandenbroucke liet slecht functionerende topambtenaar aan het roer tijdens coronacrisis

De problematiek rond het functioneren van de topambtenaar, die als voorzitter van de FOD Volksgezondheid dé absolute topman in het beheer van de crisis zou moeten zijn, was welgekend bij de paars-groene meerderheid, benadrukt Depoorter. “Toch stond hij de voorbije vijf maand, nog altijd in volle crisis, aan het roer van de dienst. Deze nalatigheid van minister Vandenbroucke is ongezien. Het feit dat hij bovendien de parlementsleden van de meerderheid de N-VA-aanbeveling voor een grondige onafhankelijke analyse liet wegstemmen in de bijzondere COVID-commissie baart mij zorgen voor de toekomst van de FOD Volksgezondheid.”

Als de leiding van een orgaan met een dergelijke, grote verantwoordelijkheid voor een land in crisis niet goed zit, dan is het aan de minister om strucureel in te grijpen”, besluit Kathleen Depoorter.