Negatieve impact

Sinds 1995 verviervoudigde de consumptie van palmolie. Wellicht verviervoudigt die nog eens tegen 2050. Het positieve daaraan is dat palmolie voor jobs zorgt in landen als Indonesië en Maleisië. Niet zo positief is dat regenwouden aan een verschroeiend tempo worden platgebrand en omgehakt voor nieuwe plantages. “De productie van niet-duurzame palmolie blaast enorm veel CO2-uitstoot in de lucht, en bedreigt het voortbestaan van heel wat diersoorten, waaronder de orang-oetan en de Sumatraanse tijger”, zegt Kamerlid Werner Janssen. Ook heersen er op die plantages vaak sociale wantoestanden, en worden de rechten van de oorspronkelijke bevolking niet altijd gerespecteerd. 

Gezonde alternatieven

Daarnaast wijst steeds meer onderzoek op de mogelijke gezondheidsrisico’s van palmolie, die groter zijn dan voor andere plantaardige vetten. Daarom vragen Kamerleden Gantois en Janssen dat de regering de promotie van duurzame palmolie en de impact op de volksgezondheid onderzoekt. “Als we moeten kiezen tussen al dan niet duurzame palmolie of alternatieve plantaardige vetten, zoals Europese olie uit zonnebloem, raapzaad of olijven, wat doen we dan? En reken daarbij nog de grotere impact van palmolie op de volksgezondheid. Wij vinden dat het tijd is voor een ernstig debat”, besluit Rita Gantois.

 

Bekijk hier de impact van palmolieproductie op het regenwoud