En laat u niet in de luren leggen door uitspraken als "Die eindtermen gingen planlast geven of een afvinklijst". Ik kom er verder op terug.

Dat de nieuwe en actuele doelen voor ons onderwijs, onze leerlingen en het Vlaanderen van de toekomst op juridisch gronden worden vernietigd, geeft aan hoeveel – of hoe weinig – de tegenstanders wakker liggen van de onderwijskwaliteit. Want geen enkel argument bij het Grondwettelijk Hof ging over de inhoud. Nergens werd er aangehaald: "Dat vinden we overbodig dat iemand met een diploma secundair onderwijs dit (opnieuw) kent of kan". Na alle alarmsignalen van de laatste weken, maanden en jaren zowel van internationale peilingen als van leerkrachten over de dalende onderwijskwaliteit zou je denken dat het daarover zou gaan. Niet dus.

Dat “de overheid” de te zware eindtermen zou hebben gemaakt, is de realiteit onrecht aandoen. De koepels -waaronder Lieven Boeve- ontwikkelden zelf de nieuwe eindtermen samen met experten en leerkrachten. Niet onderwijsministers Ben Weyts of Hilde Crevits, niet het Vlaams Parlement (en ik dus ook niet), niet de overheid hebben die nieuwe eindtermen geschreven. Als je dan tegen je eigen werk naar het Grondwettelijk Hof trekt ... ik denk daar het mijne van. Dan gaat het niet over onderwijskwaliteit of leerkrachten. Maar over een juridische strijd die boven de waterlijn zogezegd over onderwijskwaliteit en -vrijheid gaat, maar eigenlijk over macht. Is het de Vlaming, de belastingbetaler, u, die met 15 miljard euro per jaar aan onderwijsgeld, mee mag bepalen wat er minimaal moet geleerd worden op school. Of niet.

Want waar gaat het écht om. Om onderwijskwaliteit, duidelijkheid en vrijheid. De onderwijsvrijheid is geen vrijgeleide om de dalende onderwijskwaliteit te laten voor wat ze is. De geformuleerde eindtermen waren concreet en ambitieus en gaven leerkrachten houvast over wat het minimum is. Die duidelijkheid zorgde net voor vrijheid voor de leerkracht. Maar het maakte ook zeer zichtbaar waar externe structuren zoals koepels die vrijheid inperken met allerlei adviezen, pedagogische wenken en planlast en wat er van die kant allemaal extra werd gevraagd.

Als ik leerkrachten vraag wat hen doet twijfelen om aan de slag te blijven in onderwijs, dan hoor ik nooit “de eindtermen”. Wat hoor ik wel: leerplannen van de koepels waar een pedagogische aanpak in staat waar ik niet in geloof, dat hele rapporten moeten geschreven worden van meerdere bladzijden per leerling opgelegd door de lokale school, dat directie een leerkracht niet steunt in een conflict met een leerling of ouders, dat leerlingen toch moeten slagen ook als ze de doelen helemaal niet bereikt hebben, dat leerkrachten geen grammatica meer mogen geven, … Niets van dat alles wordt opgelegd door de overheid. Niets van dat alles heeft iets te maken met de nieuwe eindtermen. Meer zelfs, in de nieuwe eindtermen was -op terechte vraag van leerkrachten- grammatica opnieuw opgenomen. Of formules in wiskunde en fysica.

En kan het zijn dat voor bepaalde studierichtingen in bso, tso of kso er teveel algemene vorming was en de praktijkcomponent onder druk kwam? Ja, dat kan. Dat is een discussie die ik in elk gezin terug zie komen: meer algemene vorming want de maatschappij is complexer en dat kunnen ze ook gebruiken in hun beroep. En ook de vraag naar minder algemene vorming omdat de stielkennis achteruit gaat. Dat evenwicht en debat werd en wordt gevoerd in de praktijkcommissie, waar alleen directies en leerkrachten aan tafel zitten. Maar ook dat wordt door deze vernietiging allemaal naar de prullenmand verwezen. Jammer.

Deze versie van de nieuwe eindtermen is nu vernietigd. We kunnen echter niet op onze lauweren rusten en zullen eerstdaags opnieuw aan de slag moeten om nieuwe eindtermen te maken. Voor de leerlingen. Voor de leerkrachten. Voor de onderwijskwaliteit. Ik roep dan ook elke onderwijspartner die het goed meent met de onderwijskwaliteit, de leerlingen, de leerkrachten op om mee aan tafel te komen. Om daar sterke, ambitieuze en ondubbelzinnige doelen voor ons onderwijs te maken. Dat de onderwijsvrijheid opnieuw ruimte geeft aan leerkrachten om aan ambitieuze doelen te werken en de onderwijsvrijheid niet wordt gebruikt vanuit macht.

“Macht moet voorbehouden zijn aan zij die er niet verliefd op zijn” prijkte op het prikbord van mijn voormalige directrice. Ik hoop dat iedereen die aan tafel verschijnt dat voor ogen houdt.