De Europese Centrale Bank (ECB) besliste eind vorige week haar obligatieaankopen stop te zetten. Niet omdat het gewenste resultaat bereikt is, verre van, maar om verder gezichtsverlies te vermijden. De nefaste gevolgen van dit roekeloze beleid zullen pas op lange termijn zichtbaar worden. We kunnen dus maar beter voorbereid zijn.

De ECB kocht de voorbije vier jaar staatsobligaties en ander schuldpapier met uit het niets bijgedrukt geld. Totaalbedrag: bijna 2.600 miljard euro. Hierdoor hield ze de langetermijnrente laag om de inflatie en de economische groei aan te zwengelen. Of dat was toch de bedoeling. De ECB maakt zich sterk dat de obligatieaankopen de jongste drie jaar zowel de economische groei als de inflatie met 1,9 procentpunten hebben opgekrikt.

Economen betwijfelen sterk of we dit aan het programma van de ECB te danken hebben. Want schommelende inflatiecijfers hangen volgens experten vooral samen met de olieprijzen. Ook op de groeicijfers is het effect zeer onduidelijk. Als het aankoopprogramma al zou bijgedragen hebben tot meer groei, dan is die groei niet duurzaam en zeker niet structureel. Monetaire stimuli zetten consumenten en bedrijven enkel aan om bepaalde uitgaven te vervroegen. Het aankoopprogramma werkt dan ook als een energiedrankje: er is misschien een tijdelijk doperend effect, maar daarna komt de weerslag. Wanneer dat zal zijn, valt af te wachten. Maar dat die weerslag er komt, staat vast.

De ECB stopt niet met het programma omdat het heeft gewerkt. Ze stopt om haar gezicht te redden nu stilaan duidelijk wordt hoe ontgoochelend het verhoopte resultaat wel is. Het was de bedoeling dat de ECB met de obligatieaankopen de nodige tijd zou kopen voor hervormingen op nationaal niveau. Het programma moest samengaan met arbeidsmarkthervormingen, het saneren van begrotingen en het wegwerken van slechte schulden in probleemlanden. Maar dat was lang niet altijd het geval. Voor landen zoals Italië viel door deze lakse monetaire maatregelen de druk om te hervormen weg.

De middenklasse betaalt

Het beleid van de ECB heeft geleid tot de laagste rente ooit. De huidige rente van pakweg 0,25% staat in schril contrast met een normale rente van bijvoorbeeld 3%. Wie in de huidige omstandigheden 30.000 euro tien jaar lang op zijn spaarboekje laat staan, verliest tot 10.000 euro. Bovendien betekent het rendement van quasi nul, rekening houdend met inflatie, sowieso al een regelrechte aanslag op de kleine spaarders.

Zo neemt de ECB koopkracht weg van de middenklasse, maar pompt het wel miljarden in de financiële sector. Dat is een sluipende geldtransfer van de middenklasse naar de banken en de allerrijksten. Overheden, banken en beleggers profiteren van het monetair beleid, terwijl de middenklasse zijn spaargeld ziet verdampen. De gele hesjes richten zich (nog) niet tegen de ECB, maar het lijdt geen twijfel dat dit beleid de sociale cohesie mee verstoort en een voedingsbodem is voor sociale onrust.

De geldkraan opendraaien voor obligatieaankopen bracht geen duurzame groei en al zeker geen daling van de schuldenlast. We moeten dus werk maken van echte economische groei, geen artificiële. Een economie maak je gezond door de arbeidsmarkt beter te laten werken, door ondernemers ruimte te geven, door de belastingen op arbeid te verlagen en niet puur door er krediet in te pompen.

Financiële rampoefeningen

Maar intussen is het momentum voorbij en kunnen we ons best voorbereiden op eventuele nieuwe problemen. Dat moeten we doen door het schuldenprobleem bij de wortel aan te pakken en particuliere schuld en staatsschuld te herstructureren. Enkel zo kunnen we een volgende crisis het hoofd bieden.

De bankencrisis van 2008 kwam voor velen als een totale verrassing. Improvisatie ging gepaard met fouten. Daar moeten we uit leren. Net zoals we militaire manoeuvres houden om landen voor te bereiden op mogelijke aanvallen, moeten we ook financiële rampoefeningen uitwerken om ons voor te bereiden op een mogelijke nieuwe financiële crisis.

Een grote bank die failliet gaat, een Italiaanse euro-exit of een onverwachtse rentestijging. Wie durft dit nog uitsluiten?

Paniek is niet nodig. Nog niet. Maar een gewaarschuwd man is er twee waard.