'Ik wil na de kernuitstap graag de e-commerce-uitstap realiseren. Laat België maar een land worden zonder e-commerce.' Het waren bijna historische woorden die PS-voorzitter Paul Magnette deze week uitsprak in Humo. Maar even serieus: wie neemt deze redenering ernstig? Gelooft hij ze überbaupt zelf? Nee, we kunnen niet terug naar het stenen tijdperk. E-commerce is een onderdeel van onze leefwereld en economie geworden waar we niet meer omheen kunnen. Dat heeft ook de coronacrisis bewezen: zonder online verkoop hadden veel kleinhandelaars de crisis niet eens overleefd.

Magnette kant zich specifiek tegen de versoepeling van avondwerk in de e-commerce, in het kader van een arbeidsdeal die de regering tegen vrijdag wil afsluiten. In één beweging veegt hij het hele e-commerce-verhaal van tafel, omdat hij voor "échte winkels en bruisende steden" is. Wie niet? Natuurlijk gun ik elke fysieke handelszaak zo veel mogelijk klanten, natuurlijk droom ik van winkelstraten waar het over de koppen lopen is. Maar in werkelijkheid zou het geen of-of-, maar een en-en-verhaal moeten zijn. Online en offline verkoop versterken elkaar. We moeten dus blijven inzetten op het online verhaal om competitief te blijven met het buitenland. Vandaag vestigen veel grote spelers zich net over de landsgrenzen, waar de arbeidsmarkt veel flexibeler is. Gevolg: jobs én geld (via online aankopen) vloeien massaal weg naar het buitenland. Willen we écht die richting blijven uitgaan?

In de hele discussie over e-commerce mis ik één belangrijk aspect: onze lokale handelaars. Ook zij zijn binnengetreden in het digitale tijdperk. Soms willens nillens, maar in tegenstelling tot de PS-voorzitter beseffen ze dat ze geen andere mogelijkheid hebben om te concurreren met de grote spelers. Net daar ligt de uitdaging: lokale handelaars op alle vlakken ondersteunen, zodat ze competitief kunnen blijven, zowel in hun fysieke winkels als met hun online verkoop. Bij de kleinste ondernemingen (twee tot negen werknemers) maakt die online verkoop volgens Statistiek Vlaanderen 17 procent van de totale omzet uit. Verwaarloosbaar kan je dat percentage niet noemen.

Ook volgens Statistiek Vlaanderen neemt de omzet via e-commerce toe met de ondernemingsgrootte. Bij bedrijven met minstens 250 werknemers was de online verkoop in 2019-2020 goed voor maar liefst 59 procent van de totale omzet (tegenover 17 procent voor de kleinste ondernemingen). Het spreekt voor zich dat de concurrentie vooral voelbaar is bij kleinere handelszaken, en dat zij dus een gelijk speelveld verdienen tussen alle retailspelers. E-commerce kent zeker uitdagingen, maar die pakken we beter aan. De PS wil blijkbaar dat we blijven bestellen bij bol.com, zodat onze pakjes vanuit Nederland geleverd worden in plaats van onze eigen lokale handelaars te versterken. Nochtans zouden het wegwerken van de loonkostenhandicap met de buurlanden en een meer flexibele arbeidsmarkt de eerste stappen kunnen zijn.

Beste Paul Magnette, je verzet tegen avondwerk in de e-commerce is niet helemaal onlogisch. Want wie heeft avondwerk nodig als nu al één op drie Waalse 20- tot 64-jarigen niet aan het werk is in het gewone arbeidscircuit (cijfers Eurostat en Stabel)? Maar ondermijn niet de economie van het hele land, want in Vlaanderen is de wil er wél.