Zoals u weet, bevindt dit land zich aan het begin van een sociaal-economische crisis, veroorzaakt door een slepende gezondheidscrisis. Enkel een krachtdadig beleid kan deze crisissen het hoofd bieden. Helaas moeten we het voorlopig nog steeds stellen met de federale minderheidsregering-Wilmès, een regering die momenteel slechts 38 van de 150 zetels in de Kamer vertegenwoordigt. Dat we op een van de moeilijkste momenten in onze recente geschiedenis geen volwaardige federale regering hebben, is dramatisch.

Naast het ontbreken van degelijk bestuur, brengt het ontbreken van een volwaardige regering ook allerlei andere nefaste gevolgen met zich mee. In het federaal parlement keurden dit voorjaar alternatieve meerderheden (onder druk van of met steun van VB en PTB/PvdA) een reeks onzinnige en peperdure recurrente uitgaven goed, zonder er rekening mee te houden dat de belastingbetaler daarvoor in de toekomst weer zal mogen opdraaien. Bij het begin van het parlementaire jaar in september dreigt dat scenario zich gewoon verder te zetten.

Er moet dringend orde op zaken worden gesteld. Daarom bleven we het voorbije anderhalf jaar proberen om als grootste partij van Vlaanderen een akkoord te bereiken met de grootste partij aan Franstalige kant. Al na de verkiezingen van 2019 had de N-VA zich daartoe bereid verklaard uit respect voor de manier waarop de Vlaamse en Waalse kiezers de electorale kaarten hadden geschud, en vanuit het besef dat er geen andere formule mogelijk is die ook institutioneel de nodige hervormingen aanvat.

Wat maandenlang niet lukte, resulteerde midden deze zomer dan toch in een gemeenschappelijke startnota van de N-VA en de PS, nadat voorzitter Bart De Wever en PS-voorzitter Paul Magnette na meer dan een jaar eindelijk het initiatief hadden gekregen van de koning. Al snel verklaarden vijf partijen zich bereid om op basis van die startnota onderhandelingen op te starten, met name de N-VA, CD&V, cdH, PS en sp.a, samen goed voor 70 zetels in het parlement.

Die nota was uiteraard nog geen regeerakkoord, maar bevatte voor onze partij wel voldoende bouwstenen om te geloven dat een sterk regeerakkoord in het verschiet lag waarmee wij, met opgeheven hoofd, naar onze leden zouden kunnen stappen. In tegenstelling tot wat door sommigen werd beweerd, was de nota niet te nemen of te laten. Het was wel een stevig beginstuk dat kon uitmonden in een volwaardig akkoord:

  • Het sociaal-economische luik werd evenwichtig en nauwgezet samengesteld, zodat er voor elke sociale euro een euro lastenverlaging was om ondernemend en werkend Vlaanderen zuurstof te geven. Bovendien gingen veel van de sociale euro’s naar diegenen die (in het verleden) hebben bijgedragen aan de maatschappij, met een verhoging van de lage pensioenen (zeker ook voor onze zelfstandigen). Dat is gezien de samenstelling van onze bevolking zeer voordelig voor Vlaanderen. De globale belastingdruk zou ook dalen. Dit om de economische groei aan te zwengelen. De Zweedse erfenis van de regering-Michel (met de N-VA) werd bewaakt, met onder meer het behoud van de lagere personen- en bedrijfsbelasting en het behoud van de loonwet die in 2017 werd hervormd.
  • Daarbovenop kwam een institutioneel luik waaraan wij als partij hard gewerkt hebben. In afwachting van de nodige meerderheid om een confederale omslag te bekomen, zouden het beleid, de werking van de overheid en van de federale regering georganiseerd worden rekening houdend met de prioriteiten van de deelstaten. De nieuwe federale regering zou bovendien geen gewone regering zijn, maar een regering van kortere duur: op die manier zou, na federale verkiezingen waarvoor alle artikels van de grondwet open werden verklaard, een nieuwe institutionele realiteit mogelijk worden.
  • Daarnaast bevatte de nota onder meer een stevig luik over een verstrenging van het migratiebeleid, en enkele belangrijke punten met betrekking tot veiligheid. Ook op het vlak van energie respecteerde de nota onze belangrijkste eis: onze nucleaire capaciteit zou verlengd worden, waardoor we niet langer moeten vrezen voor problemen met onze energiebevoorrading, fors stijgende energiekosten of een aanslag op ons klimaat en milieu door een reeks nieuwe gascentrales.

Kortom, de nota die onze voorzitter onderhandelde, vormde een zeer mooie en evenwichtige basis om onderhandelingen over het federale regeerakkoord te starten. Maar vijf partijen en 70 zetels zijn onvoldoende. We hadden nood aan één extra partij.

Het is geen geheim dat we liefst de bubbel van vijf zouden uitgebreid hebben met Open Vld. Daarvoor werd in de nota nog ruimte gelaten, bijvoorbeeld voor extra arbeidsmarkthervormingen. Helaas was een gesprek over de inhoud niet mogelijk. Door het initiatief van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez te steunen om met de groene familie Ecolo/Groen met een gezamenlijk persbericht te komen, maakte Open Vld het onmogelijk om de opdracht nog verder te zetten.

En zo behoudt de MR de helft van alle federale ministers (onder wie de premier), een rist topbenoemingen en enkele lucratieve internationale posten (de voorzitter van de Europese Raad, een Europees commissaris enz.). Dat de MR-voorzitter geen baat heeft bij een akkoord tussen PS en N-VA, dat ook een uitweg biedt uit de onbestuurbaarheid van dit land via institutionele hervormingen, hoeft geen betoog. Het is echter stuitend om vast te stellen dat er via de pers bovendien een resem leugens verspreid werd over de inhoud van de startnota van de vijf partijen.

Die startnota was evenwichtig opgesteld in zijn geheel, maar ook binnen elk hoofdstuk. Van een uitruil tussen links sociaal-economisch beleid versus institutionele hervormingen was geen sprake. Er waren ook geen plannen voor een ‘vermogensbelasting’, laat staan een die van toepassing was op kleine vermogens. Dat Open Vld deze onwaarheid toch blijft verspreiden, getuigt van weinig politiek fatsoen.

De pijlers van het Zweeds beleid van de voorbije jaren bleven in de nota behouden. Versus sociale correcties stonden fiscale verlagingen. In december vorig jaar wou Open Vld wel onderhandelen over een nota die veel linkser was en die de Vlaamse welvaart bedreigde. Vandaag komt men niet eens aan de tafel voor een nota die veel evenwichtiger is, en die ook institutioneel oplossingen aanreikt door het Vlaamse beleidsniveau te versterken dat vandaag wel nog kan besturen.

We hebben onze verantwoordelijkheid genomen. Maar zelfs een akkoord tussen de grootste partijen van elke taalgemeenschap is onvoldoende om dit land bestuurbaar te maken. U stelt zich na dit hele relaas waarschijnlijk de vraag: ‘Wat nu?’ In elk geval: ook in deze bijzonder cynische tijden moeten we als partij het hoofd koel houden. We blijven daarom bereid om een federale regering mee op poten te zetten die deze crisis daadkrachtig aanpakt en de institutionele inefficiënties eindelijk uit het systeem haalt. Ook in de Vlaamse Regering blijven onze mensen keihard werken om de coronacrisis zo goed mogelijk op te vangen en een herstelbeleid uit te werken dat in de toekomst hopelijk niet geschaad wordt door een vijandige federale regering.

We danken u alvast dat u het vertrouwen in ons blijft behouden. We blijven er alles aan doen om dat vertrouwen elke dag opnieuw te verdienen. De steun van onze leden betekent zeer veel voor ons. Blijf goed voor elkaar zorgen.

Start video
Onderwerpen