De komende dagen en weken zullen in het federaal parlement verschillende debatten georganiseerd worden omtrent de herzieningsverklaring van de Grondwet. Diverse thema's zullen hierbij aan bod komen, van bindende klimaatwetgeving over burgerdemocratie en dierenwelzijn tot een efficiëntere en democratischere staatsstructuur. Als Vlaams-nationalist ben ik in de eerste plaats in dat laatste onderwerp geïnteresseerd. Maar als gewezen voorzitter van de Werkgroep Politieke Vernieuwing kijk ik ook uit naar het debat rond de afschaffing van de opkomstplicht.
Politieke Vernieuwing
Het is intussen 2 jaar geleden dat de Kamer over dit thema debatteerde. In de Werkgroep Politieke Vernieuwing kregen alle partijen de kans om voorstellen te doen rond 'verkiezingen en burgerparticipatie'. Enkel de N-VA, het Vlaams Belang en de Parti Populaire pleitte toen voor de afschaffing van de opkomstplicht. Open VLD en Vuye&Wouters kozen voor de afschaffing van de sancties voor de niet-naleving van de opkomstplicht. Dit vereiste immers geen grondwetsherziening. Alle andere partijen bleven vasthouden aan de opkomstplicht: PS, MR, CD&V (vanaf 16 jaar stemrecht, vanaf 18 jaar stemplicht), SP.A, cdH, DéFI en PTB. Ecolo en groen spraken zich tijdens de zitting niet uit, maar uit schriftelijke verklaringen blijkt dat ook deze 2 partijen voorstander zijn van de afschaffing van de opkomstplicht.
Open VLD opteerde dus voor de afschaffing van de sancties. De reden hiervoor was dat artikel 62 van de Grondwet tijdens deze legislatuur niet voor herziening vatbaar werd verklaard door de Regering-Di Rupo. Het voorstel van CD&V was daarentegen volledig schizofreen en schijnheilig. Zij wilden jonge mensen eerst 2 jaar de politieke vrijheid gunnen om ze vervolgens terug in het keurslijf van de plicht te drukken. Omdat de commissie Politieke Vernieuwing streefde naar consensusvoorstellen over de grenzen van meerderheid en oppositie heen - wat ook gelukt is voor 66 zeer uiteenlopende voorstellen - werd niet verder ingezet op dit onderwerp.
Sancties
Hierdoor blijven in Europa enkel België, Bulgarije (pas sedert 2016), Luxemburg en Griekenland de enige landen die hun burgers verplichten om naar het stemhokje te gaan. Meer nog: afwezig blijven, is een misdrijf. Het kan zelfs een boete opleveren van 27 tot 55 euro. Iemand die meermaals niet ging stemmen, kan een boete krijgen tot 137 euro. Wie in een periode van 15 jaar 4 keer zijn stemplicht negeert, verliest zijn burgerrechten en dus ook zijn stemrecht.
Maar zover komt nooit. Als Justitie al vindt dat ze mankracht tekort komt voor diefstal, illegaal verblijf of overlast, dan doet ze eigenlijk ook niets tegen de opkomstspijbelaars. Bij mijn weten is er niemand voor de rechter moeten verschijnen sedert de verkiezingen van 2009, omdat men niet ging stemmen. De strafbaarstelling bestaat dus enkel op papier, en is in werkelijkheid een straffeloosheid.
Toch komen een belangrijk deel van de ingeschreven kiesgerechtigden niet opdagen. In het Vlaams Gewest was in 2018 92,6% komen stemmen. In 2014 was dat 9,4%. (cijfers: Binnenlandse Zaken)