Door de historisch hoge inflatie van 6,2 procent in de VS en ruim 4 procent in de eurozone en de verwachting dat de prijzen verder oplopen, klinkt het betoog van de centraal bankiers dat het om een tijdelijke oploop gaat almaar ongeloofwaardiger.

Elke ondernemer merkt forse prijsstijgingen in de aanvoerketen. Dat geldt voor de energiekosten, maar ook voor veel andere grondstoffen en halffabricaten. Veel ondernemers wacht ook een forse toename van de loonkosten, zeker in België met zijn automatisch loonindexering. Dat vertaalt zich in stijgende prijzen van goederen en diensten, wat de looneisen van syndicaten aanwakkert. Voeg daaraan toe dat big tech van die omstandigheden gebruikmaakt om zijn marktmacht nog meer in prijsstijgingen om te zetten, en het plaatje van een structurele inflatiedynamiek krijgt duidelijk vorm. De geest is uit de fles.

Al te makkelijk wordt in de analyse van de inflatieopstoot voorbijgegaan aan de monetaire factoren. Twee elementen staan centraal: de omloopsnelheid van het geld in de economie en de geldmultiplicator. Tot voor kort vertoonden zowel de omloopsnelheid - de mate waarin het beschikbare geld in een jaar doorheen het economisch circuit circuleert - als de geldmultiplicator - de mate waarin basisgeld gecreëerd door de centrale banken omgezet wordt in bijkomend geld door de private banken - een dalende tendens. Die evolutie verklaart mee waarom het nu al jaren aangehouden zeer soepele monetaire beleid niet eerder in inflatie uitmondde. Zowel de omloopsnelheid als de geldmultiplicator loopt de jongste tijd op in de VS en in de eurozone. Geen wonder dat de inflatie stijgt.

Enkele centraal bankiers zagen eerder dit jaar de bui hangen. De Zuid-Koreanen waren in augustus de eersten om het roer om te gooien en de restrictievere monetaire toer op te gaan. Kort daarna volgden de centrale banken van Noorwegen, Tsjechië, Nieuw-Zeeland, Roemenië, Hongarije en Polen. Begin november gingen Polen en Tsjechië over tot vrij drastische actie. In Polen bedraagt de inflatie 6,8 procent, in Tsjechië 5 procent. De markten toonden zich duidelijk verrast door de intensiteit van de acties in Warschau en Praag. 

Ook de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) schoot in actie, zij het met de handrem op. De ultralage basisrentevoeten blijven in de VS ongewijzigd, terwijl de inflatie er op haar hoogste peil in 30 jaar staat. Wel besliste de Fed haar QE-beleid in te tomen. Eerder een symbolische daad dan een krachtig signaal dat ze de inflatie in de hand wil houden.

De huidige centraal bankiers kunnen niet blijven teren op de geloofwaardigheid die opgebouwd werd door hun voorgangers.

ECB

Maar zelfs met die beperkte ingreep zit de Fed minstens één station verder dan de Europese Centrale Bank (ECB). Eind oktober gaf ECB-voorzitter Christine Lagarde toe dat 'de huidige fase van hogere inflatie langer zal aanhouden dan aanvankelijk verwacht'. Toch blijft de ECB op koers met ultralage, zelfs negatieve beleidsrentes en een onverkort massief QE-aankoopbeleid. Het krampachtige inflatiediscours van Lagarde deed pijn aan de ogen en oren. Het is zonneklaar dat de ECB niet kan handelen zoals ze zou moeten wegens de impact van een minder expansief monetair beleid op de penibele toestand van de publieke financiën in de meeste eurolidstaten. Daarover wordt in alle talen gezwegen.

Beperkte renteverhogingen en een goed gecommuniceerde afbouw van het QE-beleid kunnen perspectief bieden op een dubbelslag: de inflatieopstoot in de hand houden zonder het economische herstel schade toe te brengen. Het is een dunne lijn, maar het kan. Door niet of onvolledig in te grijpen vergroot het risico dat op een later tijdstip drastisch gehandeld moet worden om te beletten dat de inflatie niveaus bereikt die het sociaal-economisch welzijn ondergraven.

De huidige centraal bankiers kunnen niet blijven teren op de geloofwaardigheid die opgebouwd werd door hun voorgangers. De dag waarop de verantwoordelijken bij de grote centrale banken hun geloofwaardigheidsexamen moeten afleggen nadert met rasse schreden.  Ze zullen moeten aantonen dat ze hun welluidende inflatieretoriek ook in beleidsacties durven om te zetten. Het is niet bon ton in het Europa van vandaag, maar Polen en Tsjechië wezen de weg.