De Brusselse begroting: één groot enigma

Gepubliceerd op woensdag 20 oktober 2021

De Brusselse hoofdstedelijke regering bereikte een week geleden een akkoord over de begroting voor 2022. Dat is tenminste wat de Brusselse parlementsleden vernamen in de pers en wat minister Gatz bevestigde tijdens de commissie Financiën deze week. Een week na het akkoord en een dag voor de Brusselse regeerverklaring kregen ze nog steeds geen bijkomende informatie over dat begrotingsakkoord. “Deze Brusselse regering heeft niet alleen duidelijk een gebrek aan respect voor de democratie, ze heeft ook een gebrek aan enige sérieux”, hekelt Brussels fractievoorzitter Cieltje Van Achter.

Lees hieronder verder

Terwijl een nieuwe politieke cultuur en de dialoog met de burger speerpunten waren voor de paars-groene Brusselse regering, worden de Brusselse Parlementsleden geconfronteerd met een gebrek aan politieke cultuur en een gebrek aan respect voor de democratie. Deze regering antwoordt te vaak niet op vragen van de parlementsleden en houdt informatie achter, vindt Van Achter. “Nochtans kondigde de Brusselse regering een besparingsoefening van 105 miljoen euro en een vertraging van een aantal investeringsprojecten voor 140,7 miljoen euro aan. Dit is niet onbelangrijk. Als parlementsleden dan meer info vragen, worden we evenwel naar de Griekse kalenden verwezen. De Brusselaars zouden toch mogen weten met hoeveel jaren de nieuwe metro bijvoorbeeld weerom werd uitgesteld of welke mobiliteitsprojecten op de lange baan worden geschoven.”

Terwijl de Brusselse schuld aandikt, verklaarde minister Gatz opnieuw in de media dat deze regering streeft naar een begroting in evenwicht tegen 2024. Hij voegt er nog net aan toe dat “strategische” investeringen voor 500 miljoen jaarlijks wel buiten de begrotingsdoelstellingen gehouden worden. “Dit is een begrotingstruukje om de dramatische financiële toestand van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest te maskeren.”, reageert Cieltje Van Achter. “Jaar na jaar houdt de regering 500 miljoen euro aan investeringen buiten de begroting. Dat is goed voor bijna 10 procent van het totaal aan inkomsten. Voor uitzonderlijke investeringen zoals de metro zou je dit kunnen aanvaarden, maar zo strategisch zijn al die Brusselse investeringen niet. Op deze manier dikt de Brusselse schuld natuurlijk wel aan. De Universiteit van Namen voorspelde dit voorjaar dat de Brusselse schuld zo tegen 2026 net geen 20 miljard euro zou bedragen. Dat zijn Griekse toestanden. Om dan doodleuk te zeggen dat het evenwicht in zicht is, getuigt van een serieus gebrek aan sérieux.”