Het doel van de meerderheid om de stijging van de huurprijzen tegen te gaan, mag dan nobel zijn, het middel is totaal buiten proportie, meent Vanden Borre. “Het voorstel staat bol van onzekere, onvoorspelbare, willekeurige en subjectieve elementen. Een eigenaar die een kwalitatieve eigendom wil aanbieden, wordt in feite gestraft. Want indien een woning aan meer dan 20 procent boven de mediaanprijs wordt verhuurd zal de eigenaar zich moeten verantwoorden, ook wanneer van uitbuiting geen sprake is. De goedkeuring van dit slordige en verregaande voorstel betekent een aanslag op het vertrouwen binnen de verhuurmarkt en zal leiden tot enorme rechtsonzekerheid en een rem op investeringen in kwalitatieve verhuur. Er is absoluut niets liberaal aan dit voorstel. Onbegrijpelijk dat de Open Vld dit steunt en MR zich onthoudt.”

‘Krappe’ doucheruimte? Lagere huurprijs, zegt Brusselse regering

“Het voorstel zou bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat ook gebreken die geen inbreuk vormen op de minimumnormen inzake veiligheid en gezondheid, toch als “substantiële intrinsieke kwaliteitsgebreken” kunnen worden beschouwd. Zo zou bijvoorbeeld een krappe doucheruimte, nochtans een totaal subjectief gegeven, in aanmerking kunnen worden genomen om de huurprijs te verminderen. Daarnaast kunnen ook omgevingsfactoren, zoals geluidsoverlast of geurhinder, in aanmerking worden genomen. Nochtans zijn dat zaken waar de verhuurder in de meeste gevallen totaal geen invloed noch controle over heeft”, aldus Vanden Borre.

N-VA: woningaanbod moet groter en beter

Er zijn nochtans genoeg degelijke alternatieven om een al te forse stijging van de huurprijzen te vermijden en uitbuiting tegen te gaan. Het woningaanbod moet verhoogd en verbeterd worden, bijvoorbeeld door leegstaande kantoorgebouwen om te bouwen tot appartementen. Investeerders moeten aangemoedigd worden terwijl het voorstel van de meerderheid net zou leiden tot minder investeringen aangezien het opleggen van een lager huurrendement in bepaalde wijken potentiële investeerders zal afremmen. In de Brusselse context zijn investeerders namelijk meer dan welkom: de koopkracht in het Gewest is met amper één procent toegenomen in een tijdspanne van 25 jaar en de werkloosheidscijfers swingen de pan uit. Als je geen geld hebt, kan je ook geen woning verwerven en ben je aangewezen op de huurmarkt, waar de vraag groter is dan het aanbod.

Wat moet deze regering doen:

  • Huisvestingsinspecteurs moeten permanent controles uitvoeren op het terrein om huisjesmelkers en slechte woningen op te sporen en te beboeten.
  • Nieuwe vrederechters moeten worden aangesteld, want 7 van de 19 kantons hebben geen titularis (federaal).
  • De bouw van sociale woningen schiet reeds decennia tekort: slechts 3.500 nieuwe sociale woningen op 15 jaar tijd! 10 procent van de Brusselaars staat op een wachtlijst.
  • De institutionele knoop tussen gemeenten en gewest ontwarren, want deze zorgt voor juridische veldslagen en een gebrek aan investeringen.
  • Het verwerven van een woning moet worden aangemoedigd, want minder dan 40 procent is eigenaar.

Nieuwe hindernis die investeringen afschrikt

“In plaats van werk en middelen te pompen in deze draak van een systeem, waardoor nog een nieuwe instantie bij gecreëerd wordt, zou deze regering beter focussen op de bestaande instanties en deze versterken en optimaliseren. Investeer deze middelen in de bevoegde gewestelijke diensten zoals de gewestelijke huisvestingsinspectie, Urban, Perspective, en Citydev, zodat deze diensten hun werk kunnen doen en zorg ervoor dat gemeenten niet langer projecten blokkeren. In het beste geval is er weer een nieuwe papiermolen met belastinggeld opgestart. In het slechtste geval is dit een nieuwe hindernis die investeringen in dit Gewest afschrikt, een probleem dat steeds groter wordt gezien de stadsvlucht van de middenklassen en bedrijven”, concludeert Vanden Borre.