Alle werkgevers, ook zij die in Vlaanderen en Wallonië gevestigd zijn, kunnen een Phoenixpremie krijgen om Brusselaars aan te werven. Het initiële budget bedroeg 30 miljoen euro in 2021 en 15 miljoen euro dit jaar, maar dat was een grove overschatting van de vraag, want er werden voor maar 6 miljoen euro aan premies uitbetaald. Verstraeten was al sinds de aankondiging sceptisch over de Phoenixpremie: “Er zijn genoeg jobs in Brussel maar die gaan niet naar de Brusselaars, voornamelijk omdat ze onvoldoende opgeleid zijn of omdat ze niet actief zijn op de arbeidsmarkt. Dat de regering zulke bedragen begrootte voor de premie zegt veel over het gebrek aan bewustzijn over de aard van het Brusselse arbeidsmarktprobleem.”

Kanttekeningen

Voor dit jaar wordt er opnieuw 6,75 miljoen euro uitgetrokken voor de maatregel. “De regering is blijkbaar tevreden genoeg met de cijfers van 2021 want er verandert niets aan de inhoud of voorwaarden van de Phoenixpremie. Ik vraag me af of de premie überhaupt geëvalueerd is. Want er kunnen zeker kanttekeningen geplaatst worden, ook naar de kant van de werknemer toe. Zo ontvangt een werkgever de premie nog steeds als die de werknemer slechts een halftijdse arbeidsovereenkomst van zes maanden aanbiedt. Indien het contract niet wordt verlengd, verdwijnt die persoon weer gewoon in de werkloosheid.”

Dure gesubsidieerde tewerkstelling

Verstraeten hekelt deze dure vormen van gesubsidieerde tewerkstelling: “Werkgevers zitten niet te wachten op een subsidie maar willen bekwame werknemers. Deze premie kan de werkloosheidscijfers op korte termijn opsmukken, maar zal de structurele problemen van de Brusselse arbeidsmarkt niet rechttrekken. De regering zou beter het geld voor de Phoenixpremie besteden aan de opleiding en begeleiding van Brusselse werkzoekenden. Of investeren in een plan om het ondernemerschap bij de Brusselaars te stimuleren. Er moet een gericht activeringsbeleid komen met een duidelijke visie voor jobcreatie in de private sector.”