In zijn jaarlijkse toespraak over het komende politieke jaar was er geen aandacht voor de lamentabele staat van de Brusselse financiën. Het parlement kreeg een beleidsverklaring zonder cijfers en zonder begroting, en dat een week na de voorstelling van het Brusselse begrotingsakkoord aan de pers.

Voor bullshit moet je bij de Brusselse regering zijn. Daar zou de Amerikaanse filosoof, Harry Frankfurt, het ongetwijfeld mee eens zijn. In zijn essay ‘On Bullshit’ omschreef hij het begrip bullshit als een complete onverschilligheid ten aanzien van de waarheid. De bullshitter wil vooral een mooi beeld van zichzelf scheppen. En als hij daarvoor een loopje met de realiteit moet nemen, dan is dat maar zo.

Al 20 jaar laten opeenvolgende liberale begrotingsministers na om budgettair orde op zaken te stellen. Ook dit jaar tikt de Brusselse regering af op een tekort van 25 procent. Dat is zoals een gezin dat 2.000 euro per maand verdient, maar er wel 2.500 uitgeeft, jaar na jaar. De goede huisvader/moeder die de uitgaven afstemt op de inkomsten, heeft helaas geen Brussels ministermandaat. Zo kampt ons hoofdstedelijke gewest intussen met een schuld die bijna tweeënhalf keer het totaal aan jaarlijkse inkomsten bedraagt.

Ditjes en datjes

Ondanks die cijfers – evenals de alarmsignalen die de voorbije maanden reeds afgingen bij Belfius en kredietbeoordelaar Standard & Poor’s – was er in de beleidsverklaring geen aandacht voor de budgettaire situatie van het hoofdstedelijke gewest. Minister-president Vervoort had het enkel over ditjes en datjes die de indruk moeten wekken dat de regering regeert. Niks over de begroting, niks over de broodnodige hervormingen en besparingen. U begrijpt het, een gigantische hoop bullshit die verbloemt wat paars-groen werkelijk doet: een schuldenberg creëren onder het motto “après nous le déluge”.

De beheersbaarheid van de schuld zou voor Brussel nochtans een topprioriteit moeten zijn. Stijgende rentes en een eventuele verslechtering van de kredietrating kunnen onze hoofdstad in een negatieve spiraal van schulden storten. Tal van infrastructuurprojecten die de voorbije jaren werden opgestart, dreigen zelfs zonder zo’n tegenvallers vanaf 2025 zonder financiering te vallen. De aanleg van metrolijn 3 is gestart, maar of er geld is om het project te voltooien, wordt steeds uitdrukkelijker in vraag gesteld.

Tering naar de nering

Willen we Brussel leefbaar, veilig en proper maken, dan moet er snel een meer doordacht begrotingsbeleid komen. Een beleid dat de nodige investeringen niet schuwt maar daar de volgende generaties niet voor laat opdraaien. De tering naar de nering zetten, zo noemen we dat. In het Brussels hoofdstedelijk gewest is er wat dat betreft nog heel veel vet dat kan worden weggesneden op het eigen overheidsapparaat. Ook aan de inkomstenzijde is er dringend nood aan andere recepten, gericht op het aantrekken van de middenklasse en het verhogen van de werkgelegenheidsgraad. Deze regering doet net het omgekeerde, door bijvoorbeeld de prijs van de dienstencheques nogmaals te verhogen. Ook dit vergat minister-president Vervoort toevallig te vermelden in het parlement.

Van deze Brusselse regering hoeven we helaas niets meer te verwachten. Dat heeft de afgelopen beleidsverklaring nog maar eens pijnlijk duidelijk gemaakt.