“Het Grondwettelijk Hof besliste eigenlijk dat de onderwijsvrijheid boven de onderwijskwaliteit staat”, zei Ben Weyts als reactie op het schrappen van de eindtermen vanaf het derde middelbaar.” Toch blijft de minister niet bij de pakken zitten. “Ik zou dit kunnen doorschuiven naar de volgende legislatuur, maar ik wil dat uitdrukkelijk niet. We gaat opnieuw rond de tafel zitten en een versnelling hoger schakelen. Zo kunnen we ook focussen op de eindtermen in het basisonderwijs.”

Ben Weyts laakt de rol van CD&V in deze: “Het is niet verstandig om nu iets te gaan verketteren wat je eerst hebt aangeprezen. Het is ook een rechtstreekse kritiek op Hilde Crevits, de vorige minister van Onderwijs. We moeten nu gewoon vooruitkijken en aan de slag gaan. Onze onderwijskwaliteit is te belangrijk voor ons welzijn en onze welvaart.”

Onderwijsvrijheid

Minister Weyts wees in het debat meermaals op de vrijheid die scholen en leerkrachten nu al hebben om bepaalde zaken aan te pakken, zoals het meegeven van klasgemiddelden, het toepassen van B-attesten, herexamens, het beoordelen van taalfouten bij andere vakken, … “We hebben dat nooit afgeschaft”, zegt Ben Weyts. Dat de inspectie soms nog te weinig focust op kennis en te veel op welbevinden, is een dalende tendens. “Die problematiek bestaat nog, maar we zien de voorbije 10 jaar een gunstige evolutie.”

“Wij bepalen met die eindtermen wat kinderen en jongeren moeten kennen en kunnen. Het is de vrijheid van de scholen om de weg daar naartoe te bepalen, om die eindtermen te realiseren. Dat is wat onderwijsvrijheid moet betekenen.”

Kerntaken

Omtrent het lerarentekort verwees Ben Weyts naar het huidige aantal onderwijspersoneelsleden, namelijk 203.000. Dat is 18.000 meer dan 5 jaar geleden, terwijl het aantal leerlingen niet evenredig is toegenomen. “Dan weet je dat we het moeten hebben over kerntaken. We moeten veel meer ‘neen’ leren zeggen tegen allerhande maatschappelijke en ouderlijke taken die eigenlijk niet thuishoren in de klaslokalen.”

Daarnaast zijn er de verschillende initiatieven die Ben Weyts al nam om meer leerkrachten aan te trekken. “We verhogen die instroom, we gaan de uitstroom tegen en we zorgen voor meer flexibiliteit voor de schooldirecties.” Dat vertaalt zich naar een hogere anciënniteit voor meer vakken voor zij-instromers – een paar jaar geleden was dat nog nul komma nul - begeleiding en coaching voor startende leerkrachten, betere financiële voorwaarden en de vrijheid van directies om tot 20 procent van hun middelen naar eigen inzichten in te zetten.

Daaraan gelinkt is natuurlijk ook de kennis van het Nederlands van sommige leerlingen, wat voor sommige leerkrachten een drempel is bij het lesgeven. “Net daarom hebben we zo fel ingezet op de KOALA-testen, waarbij de taalkennis aan het begin van de derde kleuterklas wordt getest. Dat is niet vrijblijvend, want wie over onvoldoende kennis van het Nederlands beschikt, moet dat bijspijkeren alvorens de overstap naar het lager onderwijs te kunnen maken.”

In de discussie rond de vaste benoeming toont minister Weyts zich geen voorstander van alternatieve systemen die uiteindelijk tot dezelfde situaties zouden leiden. “We moeten ervoor zorgen dat jong talent sneller werkzekerheid heeft, dus door een snellere benoeming. Tegelijk moet ook het misbruik eruit. De procedure voor een ontslag wegens incompetentie moet korter.”

Bekijk hier het volledige debat in De Zevende Dag (beschikbaar op VRT NU tot dinsdag 19/07/2022).