In Brussel gevestigde bedrijven betalen nu reeds gemiddeld maar liefst 30 procent meer gemeentelijke en gewestbelastingen dan bedrijven gevestigd aan de andere kant van de gewestgrens. Vanaf volgend jaar zullen bedrijven met kantoorruimte in Brussel-stad bijna 17,5 euro moeten betalen voor een vierkante meter in plaats van de 9,8 euro per vierkante meter die ze dit jaar moesten betalen. “De impact van telewerk is enorm. Dit weekend berichtte De Tijd dat belangrijke werkgevers als de NMBS, Proximus, bpost, Engie, BNP Paribas Fortis en KBC samen momenteel bijna 250.000 vierkante meter bureauoppervlakte afstoten. Ook institutionele spelers zoals de Europese Commissie snoeien massaal in hun kantoorgebouwen. 75 procent belastingverhoging op één jaar is dramatisch en zal de negatieve tendens van vertrekkers en kantorenleegstand versnellen. Op korte termijn zal zo bijkomend 1 miljoen m² kantoren komen leeg te staan, bovenop de 1 miljoen m² die nu reeds leegstaat”, merkt Vanden Borre op.

De toename van telewerk zal ook een aanzienlijke impact hebben op de gemeentelijke financiën. Het Brussels stadsbestuur hoopt met de belastingverhoging zo’n 48,5 miljoen euro aan inkomsten binnen te rijven volgend jaar, dat is 10 miljoen euro meer dan in 2020. Daarnaast verwacht het stadsbestuur dat die inkomsten jaarlijks met 5 miljoen euro zullen stijgen. “De belastingverhoging dient vooral om het tekort van de hoofdstad op te vullen. Dit jaar verwacht het stadsbestuur een tekort van 4,7 miljoen euro op de begroting. Maar ik vrees dat dit bestuur zich rijk rekent. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de toenemende leegstand en de negatieve impact op het bredere socio-economische weefsel in Brussel”, stelt Vanden Borre.

“Het is dan ook van cruciaal belang dat er zoveel als mogelijk geanticipeerd wordt om verdere schade aan het Brusselse stadsweefsel te voorkomen en het gewest voor te bereiden op een nieuwe post-corona realiteit”, aldus Mathias Vanden Borre. De N-VA pleit ervoor om de gemeentelijke belasting op kantooroppervlakte te harmoniseren op gewestelijk niveau en de Brusselse kantoormarkt op die manier aantrekkelijker te maken voor bedrijven. “Maar de houding van het gewest is in dit verhaal (zoals zo vaak) bijzonder passief. Er is geen visie op de toekomst van kantoren in Brussel. Ik heb recent een resolutie ingediend in het parlement, maar deze is zonder grondige reden weggestemd. Het orkest speelt verder, maar ondertussen loopt het water over de schotten in Brussel”, besluit Vanden Borre.