Allicht heeft dit te maken met het feit dat ik al jaren geen relaties meer onderhoud met De Standaard. Nog lang heb ik wel de illusie gekoesterd dat de redactie zich verplicht zou weten aan de geclaimde reputatie van kwaliteitskrant om de heer Brinckman op een gegeven moment tot de orde te roepen. Zeker aangezien de hoofdredactie bij herhaling in antwoord op mijn mails moest toegeven dat de betrokkene over de schreef ging. Maar er veranderde niets, integendeel. Mails stuur ik derhalve al lang niet meer.

De lectuur van Brinckman is sindsdien een nuttige les in zelfbeheersing geworden. Na verloop van tijd wordt een mens volledig zen en krijgen zijn artikels zelfs een zekere amusementswaarde. Het enige wat pijnlijk blijft, is dat Brinckman zijn modder ook gooit naar mensen die met en voor mij werken. Als politicus moet je nu eenmaal veel verdragen, en best zonder klagen, maar deze mensen verdienen echt beter. Daarom ga ik even in op het artikel dat vandaag in de krant staat.

Brinckman meent vandaag te moeten stellen dat de ontsnapping van twee zware jongens uit het Antwerpse hof van beroep te wijten is aan een blunder van de Antwerpse politie en niet van justitie. Als je dit incident als een geïsoleerd feit beschouwt, is dat mogelijk correct. Want wie niets doet, kan ook niets verkeerd doen. De beveiliging van gevangenentransporten en gerechtsgebouwen is een gedeelde verantwoordelijkheid van de lokale politie en justitie. Maar wanneer de beloofde scanstraat er niet komt en wanneer het operationele veiligheidskorps van justitie bestaat uit een fractie van de 77 benodigde manschappen (die wel degelijk zwart op wit en op korte termijn werden toegezegd... in 2006), dan blijft één van beide partners in gebreke. Punt. En dus moet de lokale politie het oplossen. En dus is het ook de lokale politie die als enige in de fout kan gaan.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft mij nu uitgenodigd voor overleg over deze kwestie. In de gedragscode van de politiek – jawel, die bestaat – wil dat zeggen dat de discussie in de media stopt en dat we (eindelijk) samen rond de tafel gaan om een oplossing te vinden. Ik zal me aan deze ongeschreven regel houden.

Maar het verwijt van 'waarnemers' (wie zouden dat zijn?) dat ik zou willen 'stoken' is te gek voor woorden. Want dit probleem wordt al jaren aangeklaagd door voorzitter Bruno Luyten van het hof van beroep en werd al gesignaleerd in drie officiële brieven van het stadsbestuur aan de minister, de eerste in april 2016. Intussen wordt de toestand op het terrein alleen erger. Diverse incidenten, waarbij ook al medewerkers werden verwond, getuigen daarvan. 

Waarom 'journalist' Bart Brinckman het engagement van voorzitter Bruno Luyten van het hof van beroep tussen aanhalingstekens plaatst, is mij overigens een raadsel. Ik vind dat een belediging voor iemand die vanuit beroepsernst en verantwoordelijkheidszin al jaren roept om meer veiligheid voor zijn medewerkers. Misschien moet De Standaard alle toekomstige schrijfsels van Brinckman over Antwerpen tussen aanhalingstekens plaatsen? Of nog beter, zet ze waar ze thuis horen: op de opiniepagina's. Het gaat immers vaak om roddels en intentieprocessen, ten onrechte verpakt als verslaggeving. Ook de uithaal naar korpschef Serge Muyters – stel u voor! Een korpschef die zijn korps wil inzetten voor echt politiewerk! – wijst in die richting.

Wat heeft mij bezield, mijnheer Brinckman? Wel, als burgemeester ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid van de Antwerpenaars. Ik zou dus graag voorkomen dat er zware criminelen met een bloedstollend palmares vrij in de stad rondlopen door een gebrek aan beveiliging of dat overbelaste politiemensen voor wie ik verantwoordelijk ben, tijdens hun dienst aangevallen worden. Stel u de gevolgen voor indien dit was gebeurd met een terreurverdachte. Helaas stel ik vast dat de notie 'verantwoordelijkheid' bij De Standaard een abstract, zelfs verdacht begrip is geworden.