Als u zoals ik onlangs naar China bent gereisd, is de kans groot dat u admiraal Zheng He kent, een Chinese eunuch en admiraal die ten tijde van de Mingdynastie in de 15de eeuw een vloot van 317 schepen aanvoerde over de Indische Oceaan. In China geniet hij steeds meer populariteit.

Zheng He wordt soms voorgesteld als een avontuurlijke ontdekkingsreiziger. U weet wel, type ‘Star Trek’: nieuwe werelden verkennen, nieuw leven en nieuwe beschavingen ontmoeten. In realiteit had Zheng He iets minder romantische doeleinden. Zijn armada diende om ontzag in te boezemen en de volkeren rond de Indische Oceaan te verbluffen met Chinese weelde. Voor de Yongle-keizer bood de vloot een ongelooflijke opportuniteit om de diplomatieke banden, handelsrelaties en militaire macht van China te versterken.

Zo werden tal van volkeren ritueel opgenomen in een universum waarin de keizer centraal stond. De keizer heerste over ‘Al Wat Onder De Hemel Is’, en zijn welwillende aanbod wees je niet zomaar af. Zeker niet als zijn armada in de haven lag. Tijdens de zeven expedities schikten uiteindelijk 48 landen zich naar het Chinese handelssysteem en strekte de dominantie van de Yongle-keizer zich uit van Zuidoost-Azië tot aan de kusten van Oost-Afrika.

Hoogste klasse

Er is sindsdien heel wat water door de Jangtse gevloeid. En toch. Wie vandaag China bezoekt, krijgt te maken met hetzelfde ontzag als de doorsnee inwoner van de Indische Oceaan zeshonderd jaar geleden. Neem Shanghai. Enorme wolkenkrabbers, viaducten bovenop viaducten, wegen die als noedels tussen de torens kronkelen. Het zakelijke hart van de stad, Pudong, was 25 jaar geleden een niemandsland. Intussen evenaart het de skyline van steden als New York of Hongkong.

En niet alleen het decor spreekt tot de verbeelding. De groei van de Chinese economie is verbijsterend. Ze verdubbelt elke tien jaar in grootte. En dan waren er nog de spectaculaire Olympische Spelen in 2008, of de Chinese ‘taikonauten’ die men binnen een decennium naar de maan en daarna naar Mars wil sturen.

Vergeleken met het paniekerige flipfloppen van sommige eurocraten in Brussel lijkt de Chinese staat een toonbeeld van efficiëntie. In de haven van Shanghai worden meer goederen vervracht dan in welke haven ook. China bouwt nu al de meeste schepen ter wereld. Zijn vloot reist de wereld af, verder dan Zheng He in de 15de eeuw. Over enkele jaren vliegt u misschien in een Chinees passagierstoestel.

Of het nu de financiële sector is, de automarkt of digitale technologie: het is duidelijk dat ‘made in China’ niet meer voorbehouden is voor speelgoed of pluchen dieren. De Chinese economie is volwassen geworden en speelt in de hoogste klasse.

Teruggrijpen

Deze economische pletwals stelt de westerse wereld voor grote socioculturele uitdagingen. Het Chinese model houdt ons een spiegel voor met een ongemakkelijke waarheid. De bankencrisis leverde voor veel Aziaten het bewijs van het failliet van het westerse kapitalisme. En de zwakke houding van Europa tegenover de terreuraanvallen en de vluchtelingencrisis toonde voor de Chinezen vooral aan dat het niet opgewassen is tegen zijn vijanden en uitdagingen.

Als Chinezen naar het Westen kijken, zien ze democratieën die zich vooral ledig houden met het uitdelen van cadeaus aan allerlei elkaar onderling bekampende belangengroepen. Met terecht misprijzen zien ze dat onze welvaartsstaat een buffet is geworden, een ‘all you can eat’ waar iedereen zich volpropt.

Het wordt tijd dat we teruggrijpen naar de fundamenten van ons westerse model. Die zijn misschien niet zo ontzagwekkend, en ze hebben hun onvolmaaktheden, maar wat is het alternatief?

In de 16de en de 17de eeuw was het geen keizerlijke hegemonie die Europese staten de zeeën op stuurde, maar de hevige, onderlinge concurrentie. Zheng He kon nergens anders heen dan naar het hof van de Yongle-keizer. Maar toen Columbus door de koning van Portugal werd afgewezen, stapte hij gewoon naar een andere koning. Zijn reis naar Amerika initieerde het begin van de eeuw der ontdekkingen, die voor Europa een periode van groei en welvaart inluidde die in de Verlichting, de industriële revolutie en de modernisering zou uitmonden.

Keizerlijke almacht kan dan misschien gemakkelijker worden tentoongespreid en meer ontzag opwekken bij buitenlandse reizigers, voor ontwikkeling, welvaart en vooruitgang heb je staten en individuen nodig die elkaar vrij mogen beconcurreren.

Groot contrast

Het verhaal van Zheng He kende geen happy end. Toen de Chinese keizer in 1424 stierf, werd hij opgevolgd door Hongxi, die de dag dat hij aantrad nog de hele vloot van Zheng afdankte. Opgevoed in goede confuciaanse traditie en bijgestaan door incompetente bureaucraten had de keizer besloten dat China de buitenwereld niet nodig had.

Het contrast met het China van vandaag, dat met een zakelijke nuchterheid open en toch zelfbewust op de wereldkaart staat, kan niet groter zijn. De Chinezen hebben de lessen van hun geschiedenis geleerd, terwijl Europa de oude wortels van zijn vrijheden vergeten is.

Nu de 500 jaar oude overmacht van het Westen ten einde loopt, moeten we ons dringend de lessen van de antieke Griekse geschiedschrijver Thucydides herinneren. Niemand is zo sterk dat hij zeker kan zijn dat hij altijd de sterkste zal blijven.