“Soms zijn de zaken inderdaad wat scherp geformuleerd.” Dat was de toegift van de groene schepen op de jongste gemeenteraad in Gent over het lijvige rapport van haar ‘werkgroep dekolonisering’. Dat 75-koppig adviesorgaan heeft een soort catechismus opgeleverd met deugden en zonden voor een vroom woke leven in de stad. Zondig zijn de racistische politie, het witgewassen geheugen in het geschiedenisonderricht en in het stedelijk museum, de discriminatie in het onderwijs en op de huizen- en arbeidsmarkt, het koloniaal miskweken van de Gentenaar. Maar boetedoening is mogelijk door de deugden te omarmen van een heropvoeding om racisme te leren herkennen, het uitzuiveren van de bibliotheken – het voorbeeld van de racistische Pipi Langkous ging de wereld rond, het invoeren van quota voor ‘geracialiseerde personen’ en het toestaan van zwemmen in boerkini.

In Brussel moest de groene minister van Leefmilieu zich eind vorig jaar verontschuldigen om de verontwaardiging te temperen over zijn ‘goodfood’-strategie. Die impliceerde dat het nochtans chronisch armlastige gewest Brussel landbouwgronden zou opkopen in Vlaanderen en Wallonië om daar exclusief voor de Brusselaar biologische voeding te gaan kweken. Dezelfde minister liet zich eerder opmerken door de stelling dat er niet meer coronatesten moesten afgenomen worden wegens te duur en wegens “de berg afval” die dat zou meebrengen. Als reactie op de volkomen gefaalde Europese en Belgische aankooppolitiek van vaccins stelde hij dan weer recentelijk dat het nu eenmaal onethisch zou zijn om meer vaccins aan te kopen dan strikt noodzakelijk.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar in Frankrijk ging er een groene golf over het land, mede door een recordabsenteïsme van de kiezers. In diverse grote steden besturen groene burgemeesters. In Rennes werd daarop beslist om de geplande start van de Tour de France te schrappen wegens te veel vervuiling van de volgwagens, te veel afval van de toeschouwers en… te seksistisch. In Bordeaux werd de kerstboom geschrapt. “Nous ne décorerons pas la ville avec des arbres morts”, stelde de groene burgemeester en bovendien was hij ook veel te duur. De bewuste boom was nochtans afkomstig uit een duurzame Franse boomgaard en werd na gebruik in een andere gemeente via upcycling tot zitbanken verwerkt. In Lyon schrapte de groene burgemeester alle vlees van het menu op de scholen. Het aanbieden van een vegetarisch alternatief volstond niet langer. Toen het protest aanzwol werd dit afgedaan als een coronamaatregel, want zo moesten de leerlingen minder opscheppen. Hoe de “linzen en kikkererwten” die de burgemeester verkiest als alternatief dan precies op het bord moeten belanden, is vooralsnog een raadsel.

In eigen land zitten de groenen in de federale regering en die regering is volgens de premier “de meeste groene regering ooit”. Door het dogmatisch vasthouden aan een rationeel onverdedigbare kernuitstap en het bouwen van extra geldverslindende gascentrales zal deze regering nochtans mathematisch zeker zorgen voor veel meer vervuiling en hogere prijzen. In één adem zeggen groene excellenties aan de burger dat een koolstoftaks onvermijdelijk is, want de burger is een vervuiler en de vervuiler moet betalen.

Het is vreemd dat in journalistieke analyses de focus zo exclusief ligt op de lunatic fringe van de rechterzijde als bedreiging voor een vredevolle, harmonieuze samenleving en voor het streven naar een duurzamer leven. Minstens zou men toch onder ogen moeten zien hoezeer de culpabilisering inzake diversiteit en inzake klimaat bijdraagt tot een steeds diepgaandere polarisering. De dagelijkse stroom aan ecofundamentalistische en woke provocaties voedt het trumpisme zonder omzien en zonder weerga. De wisselwerking tussen beide dreigt tot een democratische en bestuurlijke verlamming te leiden, burgerlijke onrust en zelfs wederzijdse ideologische geweldpleging worden realistische bedreigingen.

Derhalve moeten conservatieven dringend de handschoen oprapen. Een ecologische politiek die collectieve maatregelen koppelt aan doorgedreven innovatie, ruimte voor ondernemerschap en betaalbaarheid moet het vooruitgangsgeloof herstellen bij alle burgers. Gedaan met het prediken van de groene apocalyps en het religieus afkondigen van pestbeleid en achteruitgang als boetedoening. Een inclusief burgerschap moet sterker geconcipieerd en verdedigd worden als platform voor meer kansen tot sociale mobiliteit voor nieuwkomers die het omarmen. Gedaan met de Europese zelfhaat die we vandaag als een jokari-bal in het gezicht krijgen.