In een Pano-reportage van een paar maanden geleden gingen VRT-journalisten op zoek naar illegale asbestactiviteiten van malafide ondernemers. Dat inspireerde Vandaele om cijfers op te vragen bij minister Schauvliege, bevoegd voor leefmilieu.

Pakkans te klein

Alles samen werden de voorbije vijf jaar in de provincie Vlaams-Brabant bij vergunde bedrijven 158 controles op asbest uitgevoerd door de Vlaamse Milieu-inspectie. In Oost-Vlaanderen waren er dat 81, in Antwerpen en Limburg telkens 36. West-Vlaanderen is hekkensluiter met amper 10 controles. Na het uitfilteren van controles bij de afvalverwerkende bedrijven zelf, de containerparken en de stortplaatsen, concludeert de bedrijfsfederatie van de circulaire economie Go4circle dat slechts een derde van de asbestinspecties bij vergunde activiteiten (114 van de 321) op de werf zelf plaatsvindt. De federatie vindt dat veel te weinig en vindt de pakkans te klein.

Cowboys

Op plaatsen  waar door de aannemer geen asbestverwijdering werd verwacht of gemeld, waren er in Vlaams-Brabant 35 controles, in Limburg 30, in Antwerpen 2 en in West- en Oost-Vlaanderen zelfs helemaal geen. Voor die grote verschillen tussen de provincies ziet Vandaele niet echt een sluitende verklaring: “Blijkbaar legt de ene dienst van Milieu-inspectie meer ijver aan de dag dan de andere.”

“De erkende asbestverwijderaars die hun werk correct doen, zijn zelf vragende partij dat de overheid meer zou controleren”, aldus Vandaele. “Nu is er oneerlijke concurrentie van de cowboys. Mijn conclusie is duidelijk: er is te weinig toezicht op de asbestverwijdering.”