‘Code rood voor de mensheid’, ‘Planeet wordt in ergste scenario onleefbaar’. De titels naar aanleiding van het nieuwe klimaatrapport van het IPCC voorspellen dat de apocalyps nabij is. De berichtgeving over het rapport gebeurt op een manier om angst te zaaien. En dat is jammer. We moeten het rapport juist gebruiken om te motiveren om verder onderbouwd aan de slag te gaan.

Steeds meer berichtgeving spreekt over klimaatangst, vooral bij jongeren, en zelfs klimaatdepressies. En als je de berichtgeving ziet, verbaast dat eigenlijk niet. Er gaat geen dag voorbij zonder een of andere onheilspellende titel in een krant of tijdschrift over hoe slecht het er met ons klimaat aan toe gaat en hoe snel een Apocalyps op ons afkomt.

Positieve stappen

Dagelijks worden nochtans ook positieve zaken gedaan voor het klimaat, vaak kleine stapjes, soms ook grote, maar ze zijn er. Maar daarover wordt niet bericht. Denk aan het groter aantal huishoudens dat gaat recycleren of het succes van deelfietsen waardoor meer mensen (een deel van) hun traject met de fiets afleggen. Maar even goed aan de investeringen, klein en groot, die bedrijven doen om hun productieprocessen milieuvriendelijker te maken of een nieuw soort staal dat van de band rolt waardoor auto’s lichter worden en dus minder uitstoten.

Over die stappen vooruit lezen we veel minder. En dat is jammer. In plaats van telkens opnieuw enkel de problemen te beschrijven en mensen angst aan te jagen, zouden we beter wat meer aandacht geven aan de geboekte vooruitgang. Dit kan een aanmoediging zijn om verder te doen en om zij die nog geen actie ondernemen, dit toch te laten doen.

Angst oproepen

Het angst aanjagen gebeurt vaak bewust. Al Gore heeft dit ook letterlijk nog gezegd, in de coulissen van een TED-conferentie in Los Angeles in 2009: ‘We moeten angst oproepen!’. Ik heb nooit echt begrepen waarom. Tot nu. Dankzij Hans Rosling en zijn boek ‘Feitenkennis. 10 redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt’. Hans Rosling was een Zweedse arts en hoogleraar Internationale Gezondheid die onderzocht hoe het komt dat we op eenvoudige vragen over wereldwijde trends systematisch de verkeerde antwoorden geven. Veel negatiever dan de werkelijkheid is.

Een van de redenen is ons angst- en negativiteitsinstinct. We kunnen niet alle informatie die ons dagelijks bereikt, verwerken. Het liefst verwerken we verhalen, informatie die dramatisch klinkt. Vandaar dat bijvoorbeeld de media, daarom niet bewust, vooral die informatie op ons afstuurt. Ongewone gebeurtenissen zijn veel nieuwswaardiger dan het alledaagse. Het gevolg is natuurlijk dat je op de duur gaat geloven dat het ongewone gewoon is.

Geleidelijke verbeteringen halen zelden de voorpagina van een krant. Het is trouwens ook niet omdat je zegt dat bepaalde zaken vooruitgaan in de aanpak van klimaatverandering en ons milieu, bijvoorbeeld het feit dat de waterkwaliteit verbetert in Vlaanderen, dat dat betekent dat je ontkent dat er nog heel veel moet gebeuren.

Vertrouwen

We mogen de vooruitgang die wel is geboekt, niet negeren. We moeten vooruitgang durven zien, en die moet ons sterken in de overtuiging en de hoop dat er nog meer vooruitgang mogelijk is. Zoniet gaat men ten onrechte geloven dat er niets verbetert. Het gevolg is dan dat mensen hun vertrouwen verliezen in maatregelen die werken of dat ze radicaal worden en voor drastische, vaak contraproductieve maatregelen kiezen. Nochtans zijn stapsgewijze, praktische verbeteringen waarvan je de impact systematisch evalueert, vaak effectiever.

Vandaar een warme oproep: laat ons van de aanpak van de klimaatverandering een positief verhaal maken. Een verhaal dat we allemaal samen schrijven. Het is niet door terug te gaan in de tijd dat we de klimaatverandering structureel en duurzaam zullen aanpakken. Wel door in te zetten op nieuwe technologieën. Daarom moeten we open staan voor vooruitgang, voor vernieuwing, zonder oogkleppen op. Ik hoop dat iedereen dat inziet.