Het was nipt vorige zaterdag tijdens de partijraad van N-VA. Met 86 stemmen tegen 80 won Steven Vandeput de derde en beslissende stemronde tegen zijn West-Vlaamse concurrente Maaike De Vreese. Zo wordt de Hasseltse burgemeester de nieuwe ondervoorzitter van de N-VA, een functie die vrij was gekomen na het vertrek van Lorin Parys naar de Pro League. Samen met Valerie Van Peel, de andere ondervoorzitter, moet Vandeput de komende twee jaar Bart De Wever bijstaan in de race naar 2024. Een deadline die voor de N-VA cruciaal belooft te worden.

Waarom wilde u koste wat kost ondervoorzitter worden?
“Ik ben ooit in de politiek gestapt voor het grote verhaal om mee te werken aan een beter Vlaanderen, maar na drie jaar als burgemeester van Hasselt was dat verhaal voor mijzelf politiek, mentaal en intellectueel op de achtergrond geraakt.”

Kortom: u miste de grote politiek?
“Zeker mentaal. Journalisten schrijven graag grote verhalen over machinaties binnen partijen, maar voor mij ging het over het grotere plaatje. Tijdens de partijraad werd mijn deskundigheid ook niet in vraag gesteld, wel of ik voldoende tijd zou hebben om het te combineren met het burgemeesterschap en het mandaat als parlementslid. Diezelfde vraag heb ik ook in Hasselt gekregen.”

En? Kan u die jobs combineren?
“Ik ben 24 op 7 burgemeester. Alles wat ik doe, doe ik in functie van mijn stad. Een job als burgemeester kan je niet even uitschakelen. Maar het ondervoorzitterschap in onze partij is nu ook sterk gemediatiseerd. Weet u wie de ondervoorzitters van Open Vld of CD&V zijn? Op zich legt deze functie niet zo'n grote druk op mijn agenda. Concreet zijn dat een aantal vergaderingen op dinsdagavond in Brussel. Die kan ik combineren, omdat ik toch al in het parlement ben.”

Uw voorzitter Bart De Wever zei na het vertrek van Lorin Parys dat de ondervoorzitters zijn pretoriaanse garde zijn. Ze lossen veel problemen voor hem op. Gaat u dat ook doen?
“Hoe mijn rol concreet wordt ingevuld, fluctueert nog al eens. Als mij gevraagd wordt om te werken aan de interne organisatie, dan zal ik dat doen. We staan voor een inhoudelijk congres in 2023 en in 2024 zijn het zowel federale, Vlaamse, Europese als lokale en provinciale verkiezingen. Daar is werk aan de winkel. Tegelijk zal ik als ondervoorzitter inhoudelijk mee de partijlijn uitdragen. Ik ben complementair met Valerie Van Peel. Zij zit dichter bij de zachte sector en de ethische thema's, terwijl ik meer de socio-economische thema's en het privaat ondernemen belichaam.”

Er wordt gefluisterd dat Zuhal Demir u richting het ondervoorzitterschap heeft geduwd, zodat zij meer steun heeft in het partijbestuur.
“Ik ga niet ontkennen dat Zuhal mij van het begin gesteund heeft. De media maken daar graag een spelletje van, maar het gaat vooral over de vraag welke mensen je waar ziet functioneren binnen de partij. Zuhals visie is veel breder dan haar eigen belang. Het gaat over de vraag waar we als partij voor staan.”

Maar voor Demir is de steun aan de top van de partij handig meegenomen, nu Bart De Wever haar noemde als mogelijke volgende minister-president.
“Ik kan alleen samen met hem vaststellen dat Zuhal een zeer talentvolle politica is. Ze pakt bij de mensen. Wat ze vertelt houdt steek en ze laat de dingen niet liggen. Dat is toch wat van een politicus verwacht mag worden? De mensen smaken dat. Dat wijzen de peilingen uit. Vandaar heeft De Wever dat gezegd. En die interne pluimen zijn als politicus wel eens fijn, want voor lof moet je niet bij de media zijn.”

Waar ligt voor N-VA de grote uitdaging in 2024?
“We moeten echt naar een confederale omslag. Als we de Vlaming het beleid willen geven waar hij of zij voor gekozen heeft, dan kan dat niet meer in dit bestel. Je kan niet één beleid voeren voor twee democratieën die duidelijk verschillend zijn.”

Daarvoor zal u wel de grootste partij moeten worden. In de peilingen is het voorlopig een nek-aan-nekrace met Vlaams Belang.
“We zijn de grootste partij en moeten dat absoluut blijven. Dat is inderdaad de inzet. De extremen winnen vandaag omdat ze niet meer moeten doen dan de mensen kwaad maken. En dat is echt niet moeilijk. Maar alternatieven en oplossingen heb ik nog niet gehoord.”

Een coalitie met Vlaams Belang, kan dat voor u?
“Dat is een vraag die vandaag niet aan de orde is.”

Toch wel. Tot nu toe is het cordon sanitaire nog nooit doorbroken. Zou uw partij dat doen in 2024?
“Er zijn weinig andere partijen die overwegen om met hen te babbelen. Het Vlaams Belang heeft figuren en standpunten die het quasi onmogelijk maken om met hen samen te werken. De mensen moeten buiten boos zijn ook eens kijken wat ze wél willen. Een kind dat zegt dat het geen spruitjes lust, is gemakkelijk. Maar als je dat kind vraagt wat het wel wil, dan is dat een veel moeilijkere vraag. Dat is misschien een stomme vergelijking, maar eigenlijk is dat hetzelfde met de boze mensen vandaag. Zeggen dat er zaken verkeerd lopen is gemakkelijk. De vraag is wat je daar tegenover kan zetten. Met de N-VA zullen we dat aanbod nog aanscherpen.”

U zou ook kunnen zeggen dat u principieel niet samenwerkt met het Vlaams Belang. Dat doet u niet.
“Wat wilt u nu dat ik zeg? Vlaams Belang heeft zelf de sleutels in handen. Als ik zie welke taal de partij gebruikt tegen mijzelf, maar ook tegen bepaalde groepen in de maatschappij, dan is dat not my cup of tea. Maar laat de kiezer zich eerst eens uitspreken. Wie een N-VA-beleid wil moet N-VA stemmen.”

In Limburg ziet het er goed uit voor 2024. Zuhal Demir is populair, terwijl Wouter Beke aangeschoten wild is en Patrick Dewael op zijn laatste benen loopt.
“Het is nog heel lang tot 2024. Maar Zuhal is van een uitzonderlijk kaliber. Bij Open Vld dachten ze ook dat ze hun eigen Zuhal hadden binnengehaald, maar die dame is nu al meer dan een jaar ziek in het Vlaams Parlement. Maar goed, we zullen wel moeten tonen aan de Limburger wat we concreet doen. Zo heeft Hasselt al veel meer middelen gekregen. Dat is misschien opportunistisch, maar het is wel zo.”

U wilt in 2024 vooral opnieuw burgemeester worden van Hasselt.
“Uiteraard. Ik wil mijzelf challengen, weten wat de kiezer denkt van het beleid dat we hebben gevoerd.”

Begrijpt u dat u wordt omschreven als nors en knorrig?
“Ik heb een andere bril besteld (lacht), want ik hoor van fotografen dat mijn huidige bril mij een stuurs imago geeft.”

Maar vergeef ons: u kunt ook wel echt nors uit de hoek komen.
“Ik ben niet de burgemeester die een café binnengaat en iedereen een hand geeft. Noem het een zekere schroom. Als ik merk dat er oogcontact is en iemand mij uitnodigt, dan zal ik wel iets gaan zeggen, maar ik geloof niet dat de rest zit te wachten tot een burgemeester een hand komt geven. Er zijn mensen die dat verwachten, maar ik ben zo'n burgemeester niet. Ik ben gewoon vaak in gedachten verzonken als ik over straat wandel. Maar ik nodig u uit om eens een interview te doen terwijl we door Hasselt wandelen. Dan zullen jullie zien hoe vaak ik word aangesproken.”

Heeft u nog de ambitie om ooit minister te worden?
“Zeggen dat je geen ambitie hebt, is nooit goed. Ik zal altijd de rol spelen die de partij van mij vraagt. Maar de voldoening die ik krijg door mijn directe omgeving te zien veranderen, dat heb je als minister niet. Vind ik daarom het burgemeesterschap een mooiere functie? Het zijn twee heel verschillende functies. Wie kan zeggen dat hij in een F-16 heeft gezeten, met de special forces is gaan duiken of met Trump en Obama aan tafel heeft gezeten?”

Zag u als voormalig minister van Defensie de oorlog in Oekraïne aankomen?
“Als je ziet hoe zwak het Westen heeft gereageerd nadat Vladimir Poetin in 2014 de Krim veroverde, dan kon je verwachten dat hij opnieuw over die lijn zou gaan. In 2014 is binnen de NAVO afgesproken om de defensiebudgetten op te trekken tot 2 procent van het bruto binnenlands product, maar na die mooie woorden is de uitvoering er niet gekomen.”

Ook in ons land niet. U bespaarde op Defensie.
“De regering-Michel heeft in het begin bespaard op Defensie.”

De regering waarin u minister van Defensie was.
“Ze hebben ons toen liggen gehad. Ik heb uiteindelijk wel een strategisch plan goedgekeurd gekregen met nieuwe investeringen. Daarmee hebben we de ommekeer ingezet en op het einde waren die besparingen geneutraliseerd, maar het was niet genoeg. Toen niet en ook nu niet. Maar wat mij vooral opvalt, is dat degenen die vandaag het hardste roepen en twitteren dat er meer geïnvesteerd moet worden in Defensie, premier Alexander De Croo (Open Vld) op kop, toen degenen waren die ons afremden. De Croo (destijds minister van Ontwikkelingssamenwerking, nvdr) wilde naar een leger van 23.000 man en een budget van 1,1 procent van het bbp.”

De oorlog in Oekraïne heeft wel alles veranderd. De huidige regering belooft forse investeringen in Defensie. Tien miljard extra tegen 2030.
“Of misschien heeft De Croo andere ambities? Ik heb vooral veel aankondigingen gehoord, maar nog geen samenhangend plan gezien. Mijn grootste vrees is dat het leger opnieuw een tewerkstellingsmachine wordt zoals onder André Flahaut (PS). Flahaut kwam op maandag binnen met een bierkaartje. Persoon X moet naar daar, Y naar daar. Ik hoor van mijn bronnen binnen Defensie dat we daar niet ver vanaf zijn. Versta me niet verkeerd: ik ben voor meer manschappen, maar niet als we opnieuw kappers en chauffeurs gaan creëren. Je moet de militairen inzetten waar je ze nodig hebt, waar de NAVO en andere partners dat van ons vragen. Als ik nu hoor dat er een loonsverhoging komt én extra personeel, dan vrees ik dat de beloofde tien miljard snel op zullen zijn.”

Wat zou u met dat geld doen als u nog minister was?
“Ik heb altijd gezegd dat we goed moeten beseffen wat voor risico's we lopen als we zwaardere capaciteiten ontwikkelen. Als je F-16's naar Irak stuurt en er stort er eentje neer, dan verlies je één piloot. Als je een tankbataljon naar het front stuurt of een volledig bataljon para's boven vijandelijk gebied dropt, dan loop je het risico dat één op de drie soldaten sneuvelt. Kunnen we dat als land aan, die bodybags? Ik vrees ervoor. We moeten vooral opnieuw doen wat de partners van ons vragen, met name de NAVO. Het gemakkelijkste is meer vliegtuigen kopen. Want dat is het sterkste middel dat we hebben.”

U bedoelt meer F-35's?
“Ik heb er als minister 34 gekocht, maar het zouden er minstens 48 moeten zijn. We wisten toen al dat 34 er te weinig waren, wetende dat we minstens vier vliegtuigen permanent moeten kunnen inzetten in het hoogste geweldsspectrum en nog eens twee vliegtuigen moeten klaarhouden voor de verdediging van ons luchtruim. Met 34 toestellen is dat in de praktijk bullshit. Want het gaat niet alleen over vliegtuigen, maar ook over piloten. Als je niet genoeg vliegtuigen hebt, kan je niet genoeg piloten opleiden. Dat hangt allemaal aan elkaar. Daarnaast zou ik minstens een derde en zelfs vierde fregat kopen voor de marine. De bescherming van onze handel is cruciaal voor ons land.”