Sinds afgelopen weekend staat de afschaffing van de Senaat hoog op de politieke agenda. Aanleiding is de oproep van Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open Vld) om de instelling af te schaffen. Nieuw is dat standpunt allerminst.
Nutteloze Senaat
Toch blijft de nutteloze Senaat hardnekkig voortbestaan, de schijnbare eensgezindheid ten spijt. Wat ooit begon als de Belgische variant van een ‘hogerhuis’ is na talloze (staats)hervormingen verworden tot een dure praatbarak zonder eigenlijke bevoegdheden. Officieel is de Senaat een ‘ontmoetingsplaats’ van de deelstaten, die communautaire plooien gladstrijkt, staatshervormingen voorbereidt en overleg mogelijk maakt.
De realiteit is dat de Senaat die rol helemaal niet vervult. De symbolen van de deelstaten worden vanuit een misplaatst Belgicisme resoluut geweerd uit de plenaire zaal. Zogenaamde ‘gemeenschapssenatoren’ redeneren niet vanuit hun deelstatelijk mandaat, maar ageren als lakeien van de federale Vivaldi-regering.
Conflicten worden ontmijnd en besproken in interministeriële conferenties of overlegcomités. Staatshervormingen kunnen voorbereid worden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, die in praktijk al fungeert als ontmoetingsplaats tussen Vlamingen en Franstaligen. De communautaire spanningen stonden er nog nooit zo scherp.
Geldverslindende machine
Kostprijs van deze geldverslindende machine? 40 miljoen euro per jaar, bijkomende partijdotaties via de Senaat inbegrepen. In ruil krijgt de burger oneindige rapporten en resoluties over allerhande aangelegenheden die eigenlijk tot de federale of deelstatelijke bevoegdheden horen. En die waarschijnlijk ergens in een onderste schuif belanden, om nooit meer gelezen te worden. Dubbel werk dus, of bezigheidstherapie voor uitgerangeerde politici.
In 2011 al zei Bart De Wever dat de debatten in de Senaat proeven naar mosterd na de maaltijd. Die stelling is vandaag nog steeds actueel. Het is een opvallende vaststelling dat de vertegenwoordigers van bepaalde politieke partijen – die beweren een afschaffing te steunen – blijven vastklampen aan de Senaat.