De herdenking van 9/11 vormde de gelegenheid om nog eens in de pen te kruipen, zo ook voor premier Alexander De Croo. Dit - voorwaar! - met volgende gewaagde uitspraak: "Het was fout van het Westen om na 9/11 ten oorlog te trekken om aan nationbuilding te doen." (DM 11/9) Tot voor kort zou zo'n boude uitspraak van een westerse leider controverse uitlokken. Nu sluit ze perfect aan bij de brede opinie en de algemene sfeer van moedeloosheid na het Afghanistan-debacle.

De breuk met het verleden is manifest. Dertig jaar na Francis Fukuyama's bestseller Het einde van de geschiedenis en de laatste mens kondigt een liberale premier het einde van de liberale democratie als exportproduct aan. Fukuyama's boek is de best denkbare bundeling van het westerse vooruitgangsoptimisme dat heerste na de val van de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog. Ik moet het de premier nageven, ik had het niet van hem verwacht. Ook ik deel al langer dit punt van zijn nieuwe visie. Maar anders dan de premier geloof ik niet dat "zelfbeheersing" en "tolerantie" ons wel zullen redden van de storm die op ons afkomt. Hearts and minds moeten we inderdaad terugwinnen, maar eerst en vooral bij de eigen burger, want deze blijft vertwijfeld achter.

Wat amper een maand geleden in Kaboel gebeurde, was het ruwe ontwaken van een machteloos Europa. De blitzkrieg van de taliban, de catastrofale terugtrekking uit Afghanistan, de beelden van wanhopige burgers die in onze Europese woonkamers werden geprojecteerd, hebben de 9/11-mythe van een geslagen Westen dat opnieuw rechtkrabbelt en het Afghaanse volk op een beter pad helpt, definitief gebroken. Niets is zo gevaarlijk als de dood van een verhaal, het leidt enkel tot een verlies aan zelfvertrouwen en tweedracht terwijl we zoeken naar een nieuw narratief.

Verloren dromen

Velen, onder wie onze premier, herleiden het Afghaanse project tot een vermijdbare tragedie die begon met een vliegtuig dat zich in een toren boorde en eindigde met een toestel dat zich door een mensenmassa op de startbaan ploegde. Twee gebeurtenissen die enkel van elkaar gescheiden worden door twintig lange jaren van verloren tijd, geld, levens en dromen. De dood van het Afghaanse project was volgens de heersende opinie nu plots onvermijdelijk in "the graveyard of empires" en zonder meer zinloos.

Gevaarlijker dan geen lessen trekken, is de verkeerde trekken. Het zou onjuist zijn om onze inzet in Afghanistan te herinneren als een onderneming waarin we alles gaven maar desondanks faalden, als een conflict waar onze moderne legers niet opgewassen bleken tegen een rudimentaire guerrilla, of waar we verraden werden door onze grootste bondgenoot. Het zou eveneens verkeerd zijn om Afghanistan toe te voegen aan de lange lijst van westerse zonden, om volledig op onszelf terug te plooien, of duurzame allianties te laten eroderen.

Zoals de premier aangeeft, zijn we niet met ons volle verstandelijk vermogen aan het Afghaanse avontuur begonnen. Mensen zijn emotionele wezens. 9/11 was niet enkel een zwarte dag voor de Amerikanen, maar ook voor de rest van de westerse wereld. De beelden, de angst, verwarring en boosheid, ze konden niet anders dan ons handelen beïnvloeden. Dat was de reden waarom we niet aarzelden toen onze bondgenoten ons vroegen om mee te doen. Niet omdat we met geweld democratie wensten op te leggen in een ver land.

Terugblikkend kan je je daar inderdaad vragen bij stellen. Waarom lieten we ons uit onze tent lokken door Al Qaida? Maar op dat ogenblik vond niemand een korte strafexpeditie, zoals de premier nu voorstelt, een passende optie voor de etterende wonde van Afghanistan. Diezelfde passie en inzet voor een beter Afghanistan volhouden bleek echter een stuk moeilijker.

Tot voor de zomer was Afghanistan al jaren iets waar we niet meer van wakker lagen. Voor ons land bleef het beperkt tot een reguliere militaire bijdrage van een klein contingent en af en toe een paar miljoen op de rekening van een ngo die wel zou bijdragen tot meer democratie of gelijkheid voor de Afghaanse vrouw. Dat is de simpele waarheid van het 'democratisch project' waarvan velen nu menen dat het aan diggelen ligt.

Zeker de Europese bijdrage tot nationbuilding en de nodige militaire steun was halfslachtig. Van een doordacht en goed gefinancierd plan was nooit sprake: een dun laagje democratisch vernis over wat nog steeds een falende staat was, geleid door een corrupte marionettenregering die alleen in stand kon blijven door de Amerikaanse militaire aanwezigheid. Geen greintje opbouw van een autonome Afghaanse staat, die ooit zonder kunstmatige westerse beademing zou kunnen overleven. Geen Afghaans leger dat kon standhouden zonder het logistiek netwerk van de NAVO.

Afghanistan kan dus geen militair falen genoemd worden, met een beperkte aanwezigheid konden we de zeepbel juist in stand houden. Het was alles daarrond waar de systeemfout zat: een façade die maskeerde dat er een werkbare staatsstructuur was en dat men waarden en standaarden positief kon beïnvloeden. Het eindigde met politieke en maatschappelijke jaknikkers in Kaboel die in allerijl hun villa's ontvluchtten, valiezen vol goud en geld, niet met leiders die nog enig verzet konden inspireren.

Menig Europees leider slaapwandelde deze crisis in terwijl de Amerikanen al jaren, zowel direct als indirect, hun analyse en intenties duidelijk maakten. Velen merkten op dat het na Trump ook bij Biden 'America First' was.

Hierbij negeerden ze alle oproepen van de VS om hun bijdrage aan de NAVO-operatie op te drijven. Eigenlijk is het de tragedie van een aangekondigd vertrek, de inertie van Europa om, als het het Afghaanse probleem toch zo belangrijk achtte, de afgelopen twintig jaar het project zelf stevig in handen te nemen.

En nu?

En nu voelen we weer de drang voor grootse projecten, zoals een Europese interventiemacht, want die zou tenminste 'onze belangen' kunnen verdedigen. De waarheid is natuurlijk dat een EU-leger nooit meer aandacht zal hebben voor de Belgische belangen dan het Amerikaanse leger nu. Ook is het een utopie te denken dat een Europees leger ooit het vermogen zou hebben om naar believen macht naar Centraal-Azië te projecteren, laat staan dat er eensgezindheid zou bestaan tussen de lidstaten over Afghanistan als prioritaire uitdaging. Ik denk dat de premier dat beseft en daarom zijn Atlantische reflex aanhoudt, en duidelijk oplossingen binnen de NAVO zoekt.

Tot slot vraag ik me af hoe de premier zijn nieuwe ideologische koers zal vertalen. Als hij er niet meer in gelooft, zetten we dan ook per direct onze operaties in de Sahel en Irak stop? Zullen we stoppen met naar de halve wereld het vermanende vingertje op te steken? Komt er een geloofwaardige investering in Defensie, of kantelen we volledig naar de soft power van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie om toch nog arme zieltjes voor het links-liberalisme te winnen? Hoe moet ik 'tolerantie' interpreteren in het licht van de aanhoudende massamigratie en illegale migratiechaos?

En allerbelangrijkst, wat vormt de gemeenschappelijke basis waarop we onze liberale democratie willen verdedigen? Voor ons is dat ons Vlaams gemeenschapsdenken, maar wat is dat voor de liberalen? Individualisme? En wat voor paars-groen? Wereldburgerschap? Gingen we daar nu net niet mee stoppen?