In de Londense Tate ontving ik gisteren de Edmund Burke Award, een prijs voor verdienstelijke conservatieven. Normaal laat ik dergelijke eerbewijzen aan mij voorbijgaan, maar een prijs genaamd naar de politicus die mij wellicht het meest beïnvloed heeft, kon ik niet laten schieten. Maar vijftien jaar na mijn essay over de ‘aartsvader van het conservatisme’ - ook mijn eerste passen op de politieke bühne - dringt zich de vraag op: is Burke nog wel relevant?

We schijnen te leven in een postideologische tijd. Het liberalisme worstelt met zichzelf en het socialisme transmuteert in iets onherkenbaars. De ene is geobsedeerd met open grenzen en wereldburgerschap, de ander met groepsprivileges en zelfhaat. De Europese cultuur lijkt uitgeput. De hardware is er nog - grootse bouwwerken, kunstobjecten en instellingen als universiteiten vind je in elke grote Europese stad - maar de software hapert. Onze cultuur is doordrongen van een metafysische onrust. Het besturingssysteem crasht en Burke kan ons helpen te rebooten.

Burkes essentiële inzicht was dat wijsheid niet in één hoofd, klasse of systeem kan bestaan, noch in de theorieën van een hele generatie. Slechts in de samenleving als geheel is er wijsheid: ‘The individual is foolish, the multitude is foolish; but the species is wise.’ En die wijsheid zit vervat in instituties, tradities en spontane prepolitieke sociale verhoudingen. De abstracte rede kan die wijsheid niet vervangen, maar ze kan wel bijdragen aan haar ondergang.

Dat is de kern van Burkes kritiek op de Franse revolutie. Hij was geen tegenstander van de Verlichting op zich. Burke wilde autonomie voor de Amerikaanse kolonies, bekritiseerde het Britse machtsmisbruik in India en streefde naar meer macht voor het parlement ten koste van de kroon. Als jongeman kreeg hij zelfs lof van Immanuel Kant en David Hume voor zijn ‘A Philosophical Enquiry into the Origin of Our Ideas of the Sublime and Beautiful’. Dat is niet het palmares van een reactionair .

Franse revolutie

Wel verzette hij zich tegen de grootheidswaanzin van de Franse revolutie. Het gemak waarmee de revolutionairen de hele samenleving dachten te kunnen hervormen, zou volgens Burke leiden tot anarchie en uiteindelijk tot geweld en een militaire coup d’état. Woorden die profetisch werden toen de revolutie ontspoorde in de Terreur van Robespierre en de dictatuur van Napoleon.

Niet alle voorspellingen van Burke kwamen evenwel uit. Vele tradities en instituties bleken robuust en pasten zich aan de moderne en verstedelijkte samenleving aan. En als kind van zijn tijd kon Burke de democratie niet vatten. Het is pas Alexis de Tocqueville die daarover een gemeenschapsvormende visie zou ontwikkelen.

Burkes befaamde ‘kostbare weefsel’ steunde erg op adel en kerk, op ‘the spirit of a gentleman’ en ‘the spirit of religion’. Voor ons klinkt dat achterhaald. Het christendom is deel van ons cultureel erfgoed, maar de god ervan bezit geen politieke macht meer. Voor weinig Europese christenen bepaalt religie hun dagelijkse handelen of staat hun god boven de wet. Als die er zijn, zijn ze de laatsten van het verleden, niet de eersten van de toekomst.

De ‘spirit of a gentleman’ en de ‘spirit of religion’ zijn vervangen door de ‘spirit of Enlightenment’. Als conservatieven moeten we ons afvragen hoe daarmee om te gaan. Hoe kunnen we op die basis de gemeenschap vormgeven? Hoe creëren we een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel? Wie behoort tot onze res publica en waar trekken we de lijn? En hoe vertaal je dat in richtinggevende principes?

Het conservatisme dankt zijn succes aan het absorberen van de principes van de Verlichting. We hebben de progressieve, oppervlakkige dromen van wereldburgerschap geconfronteerd met de wijsheid van Roger Scruton: ‘Het nationale idee is niet de vijand van de Verlichting maar haar noodzakelijke voorwaarde.’

De herkenbare andere

De Europese natiestaten zijn geworteld in geschiedenis, cultuur en wetten die een bepaald territorium aan een volk verbonden hebben. En dat veronderstelt grenzen. Wij zijn niet solidair met elke ‘andere’, maar met de ‘herkenbare andere’. Mensen identificeren zich niet met vage noties als ‘mensheid’ of een sociaal contract. Enkel via een gedeelde publieke cultuur met solide basisprincipes voelen mensen zich verbonden met een gemeenschap, met het idee van een gedeeld verleden en - belangrijker - een gedeelde toekomst.

Daarom zal de Europese Unie nooit een Europese natie worden. Omdat ze de combinatie is van vele verschillende naties, met verschillende culturen en politieke tradities. ‘Meer Europa’ is niet de oplossing voor alles; een one-size-fits-allbeleid kan nooit werken voor de talloze volkeren.

Het idee van Europese belastingen is bijgevolg onzinnig. Burgers betalen belastingen aan hun overheden opdat ze wegen en bruggen kunnen bouwen en die overheden leggen daarvoor verantwoording af aan hun medeburgers, die historische banden van loyaliteit en solidariteit delen. Mensen willen geen belastingen betalen aan een anonieme bureaucraat die er dan de schulden van een Zuid-Europees land mee betaalt.

Brexit

Voor Burke bestonden naties uit individuen die eigen keuzes maken over hun eigen levens. Burgers die zich organiseren in families, gemeenschappen, kleine bedrijven en spontane verenigingen. Of zoals Burke het noemde: de ‘little platoons we belong to in society’. Dat inzicht delen wij met de Britse conservatieven in het Europees parlement. De brexit is voor mij dan ook het verlies van een bondgenoot tegen de dreigende Europese superstaat.

Maar al juich ik het niet toe, ik respecteer de soevereine keuze van een trots en moedig volk. Wie zich echter verheugt in de brexit als het vertrek van een hinderpaal voor een federale EU komt bedrogen uit. Ook op het Europese vasteland verdwijnt de kritische stem voor de rechten van naties, tegen het jakobijnse Europese centralisme niet. Wij zullen die fakkel opnemen en hoog houden.

Burke verachtte de Franse revolutie wegens haar obsessie met abstracties, haar weerzin voor praktische ervaring en haar universalistische claims die het individu reduceerde tot een administratief subject. Had Burke vandaag geleefd, hij zou gegruwd hebben van de nieuwe elite van bureaucraten die controle probeert te krijgen op ons leven.

En daarom is Burke nog steeds relevant: als gids en waarschuwing. De EU is slechts een verdrag. Europa is niet uitgevonden na de Tweede Wereldoorlog, het heeft een lange en uitgebreide geschiedenis. Het is honderden jaren van opgebouwde wijsheid, van triomfen en nederlagen, van geniale daden en immense wreedheden. Het is iets om trots én nederig over te zijn.

Als we toegeven aan de illusie dat de complexiteit van Europa van geen belang is, maken we dezelfde fout als de Franse revolutionairen. Dan laten we een legitiem politiek project corrumperen door onze ijdele grootheidswaanzin. En op een dag, wanneer gewone mensen er genoeg van hebben en de spanning met de abstracte Brusselse reguleringen te groot wordt, zal het instorten.