Vlaanderen verstrekt de Vlaamse woonlening aan gezinnen en alleenstaanden met een begrensd inkomen voor de aankoop van een woning of appartement, soms gecombineerd met (energetische) renovatiewerken. De leningen hebben een uiterst lage rentevoet en de ontlener kan tot 100 procent van de kostprijs lenen, inclusief notaris- en andere aktekosten.

Stijgende commerciële rentes

De vraag naar de Vlaamse woonlening steeg in het voorbije jaar aanzienlijk. In 2020 ging het over 3.464 dossiers, in 2021 over 4.353 dossiers en nu in 2022 dus 4.735 goedgekeurde dossiers. “Die stijging is voornamelijk te wijten aan de toename van de hypothecaire rente op de reguliere markt, die vanaf maart 2022 begon te stijgen tot gemiddeld 2,91 procent in december 2022. Zo nam de aantrekkelijkheid van de Vlaamse woonlening, met een zeer gunstige rente, verder toe”, zegt Diependaele.

Ook het totaal bedrag dat via de Vlaamse woonlening in 2022 ontleend werd, steeg. In 2022 werd er in totaal 969 miljoen euro ontleend tegenover 807 miljoen euro in 2021. 

Optrekking van de budgetten

De verwachting is dat de vraag naar de Vlaamse woonlening hoog zal blijven. Ook hier speelt de marktsituatie een grote rol. “Onze verwachting is dat deze trend zich in 2023 gaat verderzetten. Daarop hebben we al geanticipeerd en hebben we de Vlaamse Woonlening versterkt  door het beschikbaar budget voor 2023 met een kwart miljard op te trekken tot 1,34 miljard euro.”

Hoeksteen van Vlaamse woningmarkt

Onlangs bleek nog uit een studie van UGent dat eigen inbreng en de stijgende rente een zekere druk zetten op de aankoop van een woning. De Vlaamse woonlening komt aan beide factoren tegemoet. “Ongeveer 72 procent van de Vlamingen bezit een eigen woning. Dit eigenaarschap is dus een hoeksteen van onze Vlaamse woningmarkt en bij uitbreiding onze Vlaamse samenleving. Met de Vlaamse woonlening geven we jonge gezinnen en minder kapitaalkrachtige Vlamingen ook de kans om hun eigen stekje te verwerven”, besluit Diependaele.