“Boven de taalgrens tellen we 8,7 procent longlijders die een puffer gebruiken. Beneden de taalgrens gaat het om 11,6 procent”, aldus Van Camp. Dat Wallonië veel meer rokers telt - 26 procent, tegenover 22 procent in Vlaanderen - is daar allicht niet vreemd aan. Ook haar collega in de Kamer, Jan Vercammen, ziet in zijn praktijk als cardioloog steeds meer volwassenen met longlijden. In totaal zijn het er vandaag ruim 790.000, met een kleine 100.000 alleen al de laatste drie jaar (tussen 2013 en 2015). Het aandeel minderjarigen met longlijden blijft de laatste jaren eerder stabiel, met zo’n 265.000 kinderen die een puffer gebruiken.

Sociale zekerheid splitsen

Beiden zien in die evolutie ook een zoveelste argument om de sociale zekerheid te splitsen: “De deelstaten zouden dan veel beter gerichte campagnes kunnen opzetten, specifiek voor hun bevolking, rekening houdend met de precieze cijfers in de precieze leeftijdscategorieën, en aangepast aan de eigenheid en cultuur van het landsdeel. Bovendien zouden zij veel beter gesensibiliseerd worden om in te zetten op rookpreventie. Wallonië slaagt daar vandaag duidelijk minder in, maar schuift de factuur ervan wel door naar de federale kas, waar de Vlaming het grootste deel aan bijdraagt.” Alleen al geneesmiddelen om longlijden te verlichten kosten onze maatschappij jaarlijks 177 miljoen euro. Dat is de factuur, exclusief doktersbezoeken, ziekenhuisopnames en indirecte maatschappelijke kosten zoals werkverlet.