Daarom hebben Kamerleden Frieda Gijbels, Kathleen Depoorter en Yngvild Ingels de aanbevelingen die de finale tekst niet hebben gehaald, maar die volgens hen wel belangrijk zijn, samengebracht in een voorstel van resolutie. Dat werd ondertussen in overweging genomen. 

We verzamelden enkele belangrijke punten:

  • Dat de overheidsdiensten en -instellingen (de FOD Volksgezondheid, Sciensano, het Geneesmiddelenagentschap FAGG), die een grote rol hebben gespeeld tijdens de crisis, aan een externe doorlichting worden onderworpen. Die aanbeveling werd eerder al afgewimpeld door de meerderheidspartijen. “Het is toch de logica zelve dat je grondig gaat onderzoeken hoe de diensten hebben gefunctioneerd in crisistijden en dat hier een onafhankelijk rapport over wordt gemaakt. Het is onaanvaardbaar dat pijnpunten niet worden geduid en dat men bijgevolg lessen laat liggen. We hebben hier een verantwoordelijkheid voor de toekomst. Ook is het nog steeds niet helder wie verantwoordelijk was voor de vernietiging van de strategische stock en hoe het komt dat die niet tijdig werd vernieuwd. Het is compleet ongepast om potjes gedekt te willen houden”, zegt Kathleen Depoorter.
  • “We weten ook nog altijd niet hoe het komt dat er een grote variatie is in ligduur en kans op overlijden in de verschillende ziekenhuizen. In de toekomst moet dit van in het begin transparant zijn, zodat ziekenhuizen en zorgverstrekkers ook van elkaar kunnen leren”, vult Frieda Gijbels aan. Ze pleit voor een open en transparantere omgang met de gegevens die verzameld worden in dergelijke gezondheidscrisis. Het kan niet dat bijvoorbeeld wetenschappers geen toegang hebben tot (uiteraard anonieme) data. “Rapporten van adviserende organen moeten bovendien meteen openbaar zijn. De regel moet zijn dat alles openbaar is tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen”, besluit Frieda Gijbels.
  • Daarnaast vinden de Kamerleden ook dat het parlement veel meer betrokken moet worden en maatregelen moeten worden beargumenteerd. Het al dan niet succesvolle effect ervan moet ook duidelijk worden gepresenteerd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
  • Ook het Crisiscentrum moet zijn rol ten volle kunnen opnemen en moet instaan voor het aanwenden van de juiste crisisstructuren. “Er moet werk worden gemaakt van een betere kennis van deze crisisstructuren bij regeringsleden en andere bestuurders. Bovendien moet de regering bij het begin van elke legislatuur aantonen op welke manier ze zich zal wapenen tegen de 10 voornaamste dreigingen”, zegt Yngvild Ingels.
  • “Tijdens deze crisis is ook duidelijk gebleken dat niemand meer wijs geraakt uit de manier waarop dit land is samengesteld. Niemand wist precies wie bevoegd was voor wat en schoof al te gemakkelijk verantwoordelijkheden door. Er moet voor eens en voor altijd werk gemaakt worden van homogene bevoegdheidspakketten, er moet komaf worden gemaakt met die veelheid aan ministers voor gezondheid en welzijn, zodat elke beleidsmaker ten volle geconfronteerd wordt met zijn bevoegdheidsdomein. Ook buiten crisistijden zou een regionale gezondheidszorg veel voordelen opleveren, aangezien preventie pas lonend wordt als die op maat geschreven is van de gemeenschap en als die gemeenschap er ook de vruchten van kan plukken.”

De N-VA zal in de Kamer blijven ijveren om het bovenstaande te bereiken.