infografiek: wonen in eigen streek

In november 2013 vernietigde het Grondwettelijk Hof de regeling rond Wonen In Eigen Streek. De N-VA pakt de draad nu opnieuw op. “We hebben gezocht naar een evenwicht tussen het tegemoetkomen aan de juridische bezwaren en het oorspronkelijke idee om sociale verdringing tegen te gaan”, zegt Parys.

Beter kader creëren

De N-VA creëert een kader voor mensen die een nauwe band hebben met een gemeente, maar voor wie het te duur is om er te wonen, zodat zij er makkelijker kunnen blijven wonen. We focussen daarbij op mensen die niet in aanmerking komen voor een sociale woning, maar ook niet rijk genoeg zijn om alleen op te boksen tegen de stijgende vastgoedprijzen. We doen dat door private projectontwikkelaars te verplichten hun aanbod aan te passen en 20 procent van een nieuwe ontwikkeling voor te behouden voor Wonen in Eigen Streek. Voor publieke ontwikkelingen wordt dat 40 procent.

Prijsdruk en druk van inwijkelingen

De regels zullen niet in elke Vlaamse gemeente van toepassing zijn. Het voorstel focust op de gemeenten die het duurst zijn om een woning of bouwgrond te kopen, en op de gemeenten die het meest onder druk staan door inwijking. Concreet gaat het om honderd Vlaamse gemeenten. De potentiële koper van een zogenoemde Woning-In-Eigen-Streek moet in de eerste plaats een lokale binding hebben met de gemeente waar hij of zij wil kopen. Daarnaast zal ook een inkomens- en vermogenstoets worden uitgevoerd.

Rol voor de gemeente

Wie wel en niet in aanmerking komt, zal door de gemeenten worden bijgehouden. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan een belangrijk bezwaar van het Grondwettelijk Hof. “De vroegere beoordelingscommissie was voor het Hof een van de struikelblokken. Wie een Woning-In-Eigen-Streek verwerft, moet 20 jaar eigenaar blijven. Wanneer hij of zij vroeger verkoopt, moet de woning verkocht worden aan iemand anders op de wachtlijst van Wonen In Eigen Streek, of moet er een financiële compensatie worden betaald”, besluit Parys.