Het gebeurt niet vaak dat een specialist van de PVDA de N-VA-aanpak rond pensioenen onderschrijft, dus bouwen we graag verder op het opiniestuk van Kim De Witte (DS 22 september). Zijn modelland is Oostenrijk dat met bijna 15 procent van het bbp fors meer investeert in wettelijke pensioenen dan België. Hij concludeert daaruit dat al onze problemen met te lage wettelijke pensioenen zouden verdwijnen als sneeuw voor de zon als we dat voorbeeld zouden volgen.

Eerst even vermelden dat pensioenspecialist Kim De Witte er een klein beetje naast zit, en dat België zomaar eventjes 8 miljard euro per jaar meer uitgeeft aan wettelijke pensioenen dan PVDA beweert. En volgens het laatste vergrijzingsrapport van de Europese Commissie zal België tegen 2040 zelfs méér uitgeven aan pensioenen dan Oostenrijk. Maar dat niet iedereen het even nauw neemt met cijferhygiëne in het overgepolitiseerde pensioendebat, hebben we de laatste weken helaas al te veel mogen ondervinden.

Caroline en Virginie

De Witte heeft wel gelijk dat Oostenrijk een voorbeeld is. Laten we eens kijken waarom dat land zoveel geld aan pensioenen kan spenderen. En ja, dan komen we uit bij het N-VA-uitgangspunt dat we met z'n allen langer en vooral meer moeten werken. Op die manier zijn er meer sociale bijdragen en dus voldoende geld om het steeds groeiend aantal pensioenen op een degelijk niveau te betalen.

In twee actuele discussies is het frappant hoe anders België en Oostenrijk hun pensioenopbouw behandelen. Vooreerst het feit dat periodes van werkloosheid (en dus zonder pensioenbijdragen) worden gelijkgesteld aan gewerkte periodes. In Oostenrijk is die discussie kraakhelder: de gelijkstelling voor het pensioen van werkloosheid stopt na maximaal één jaar. In België was er recent nog opschudding over de casus van Caroline, een Waalse die maar liefst 33 (!) jaar werkloosheid gelijkgesteld kreeg. Ze kreeg er zelfs 200 euro meer pensioen voor dan haar vriendin Virginie, die 40 jaar als zelfstandige had gewerkt.

Nog een voorbeeld: bruggepensioneerden die een hoger pensioen opbouwen dan mensen die langer aan de slag zijn gebleven. Vandaag is het zo dat bijna alle langdurig werklozen en bruggepensioneerden niet op 61 of 62 op vervroegd pensioen gaan, maar pas met de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar. Tot die tijd bouwen ze extra pensioenrechten op gebaseerd op hun laatst verdiende loon. In Oostenrijk worden bruggepensioneerden met pensioen gestuurd zodra ze hiervoor in aanmerking komen. Simpel.

Rechtvaardig, consistent en sociaal?

Het aantal gewerkte jaren tijdens een carrière: daar ligt het kalf gebonden. De gemiddelde Belgische werknemer komt maar aan 32 effectief gewerkte jaren. Met als gevolg dat een derde van onze pensioenrechten wordt opgebouwd tijdens jaren dat men niet werkt en er geen pensioenbijdragen worden betaald. Vaak terecht, maar in sommige situaties moeten we daar toch over durven na te denken.

In Oostenrijk werkt men gemiddeld 37 jaren of liefst 5 jaar meer. Vijf jaar lang ongeveer 4,5 miljoen mensen die voluit pensioenbijdragen betalen op hun loon, en waarvoor de sociale zekerheid bovendien geen uitkeringen of tegemoetkomingen moet betalen. Een immense financiële impact, met een hoge sociale en menselijke kostprijs in België: te lage wettelijke pensioenen voor het merendeel van de werknemers en zelfstandigen in België. Met als pervers neveneffect dat werken simpelweg onvoldoende loont voor je pensioen.

De regering doet een manmoedige poging om daar iets aan te veranderen, maar ver genoeg gaat het allemaal nog niet. Met de groeten van Open VLD is het straks nog altijd mogelijk dat een goed verdienend kaderlid (4.500 bruto per maand) dat op 50 jaar werkloos wordt, door gedurende 15 jaar werkloos te blijven, tijdens die periode dubbel zoveel pensioenrechten opbouwt als een 50-jarige werknemer die voor een lager loon (1.900 bruto per maand) wel blijft werken tot 65 jaar. Het is iedereen in zo'n situatie gegund, maar of dat rechtvaardig, consistent en sociaal is, blijft toch minstens een open vraag.

Oostenrijk heeft hogere pensioenen, lagere belastingen én minder problemen om de vergrijzing te betalen. De oorzaak: er zijn verhoudingsgewijs meer mensen langer aan de slag dan in België. Net als in België heeft ook Oostenrijk een taxshift ingevoerd om jobs te creëren, werken aan te moedigen, en die actieve basis dus te versterken. Want het zijn de actieve generaties, en de actieve generaties alléén, die de wettelijke pensioenen van vandaag en morgen betalen. In Oostenrijk weten ze dat. Als dat besef nu ook in België doordringt, kunnen we samen met Kim De Witte streven naar hogere wettelijke pensioenen.