Philippe Moureaux is vandaag vooral bekend als oud-burgemeester van de Brusselse gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Wat de jeugdige lezer van deze site misschien niet weet is dat net PS'er Moureaux als politicus dreigde met de "institutionele atoombom". Toen immers de federale regering, bestaande uit CVP-PSC-PS-SP-VU, moeilijk deed over wapenleveringen aan Saudi-Arabië (ja, toen al), dreigde Moureaux dat de Waalse regering dan wel zelf die vergunning zou afgeven. Ongrondwettelijk dus - een soort "Maddens-doctrine" avant la lettre als het ware, hoewel deze laatste doctrine zich tenminste nog binnen de grondwettelijkheid situeerde.

Hoewel de druk werd opgevoerd om de vergunning af te leveren, hield de federale regering lang het been stijf. Vooral de Volksunie lag dwars. Uiteindelijk koos premier Wilfried Martens voor een oplossing sui generis: de nieuwe regering, zonder de VU dus, bepaalde dat de toekenning van uitvoervergunningen aan de gewesten overgedragen werd. Later in 2003 werd de bevoegdheid integraal en expliciet overgedragen aan de regio's.

Wallonië was dus vragende partij. Je zou denken dat de regio die een eigen bevoegdheid wil, ook eigen beleid gaat voeren. Maar toen de bevoegdheid dan effectief werd overgeheveld was het Vlaanderen dat ander - beter - beleid ging voeren.

Dat was toen, en nu is nu. Deze Vlaamse Regering komt te weinig uit de verf, luidt het al eens. Ze werkt goed, maar ze communiceert te weinig. Zou het? Alleszins heeft ze op drie jaar tijd al heel wat gerealiseerd. Iedereen denkt dan - terecht - aan de afslanking van de provincies, de inkanteling van de OCMW's, de hervorming van het doelgroepenbeleid of de hervorming van de kinderbijslag. Nauwelijks opgemerkt is dat ook wapenhandel in dat rijtje thuishoort.

Vandaag buigt de commissie Buitenlands Beleid in het Vlaams Parlement zich over een boeiend rapport van het Vlaams Vredesinstituut "Wapenexportcontrole in België. Gelijkenissen en verschillen." dat, zoals de titel zegt, het beleid in de Regio's vergelijkt.

Het verschil met Wallonië is groot, zowel qua soort wapenhandel, qua afzetmarkt, maar vooral qua gevoerd beleid en qua schaalgrootte: Vlaanderen realiseerde in de periode 2011-2015 in dit segment een export van € 18 miljoen naar het Midden-Oosten, waar Wallonië ons met een export van meer dan € 5 299 miljoen zeker het nazien gaf.

De Waalse uitvoer bestaat voornamelijk uit afgewerkte vuurwapens, munitie en onderdelen van pantservoertuigen en vliegtuigonderdelen, waar het voor Vlaanderen voornamelijk om visualisatieschermen, radar- en communicatieapparatuur, vuurgeleidingssystemen enz. gaat.

Alle overheden in België rapporteren over de gegunde of geweigerde wapenuitvoer. Zoals te verwachten, bestaan er hier ook significante verschillen tussen de officiële rapporten. De Vlaamse overheid rapporteert over het gebruik van globale en algemene vergunningen; de Waalse overheid geeft enkel een algemeen cijfer van de effectieve waarde.

Voor Wallonië is het Midden-Oosten, en vooral Saudi-Arabië een belangrijke afzetmarkt, in die mate dat de Waalse defensie-industrie niet zou overleven zonder de export naar Saudi-Arabië, een land dat tijdens de periode 2011-2015 meer dan 75% van de Waalse wapenexport voor zijn rekening nam. Het onderzoeksrapport van het Vredesinstituut toont dat Vlaanderen de Europese vergunningscriteria zeer strikt toepast en zelfs voorziet in extra criteria op vlak van mensenrechten of risico op binnenlandse veiligheid, defensie en terrorisme. En zo voort, en zo verder. Wie echt geïnteresseerd is in de feiten, kunnen dit rapport best eens ter hand nemen.

Vandaag wordt binnen de reeds genoemde commissie van het Vlaams parlement ook het ontwerp van nieuw Vlaamse wapenhandeldecreet besproken. Met dit nieuwe decreet zal de Vlaamse meerderheid voor een verdere optimalisatie van de regelgeving en procedures inzake wapenexport zorgen. Inhoudelijke lacunes worden aangevuld, fouten rechtgezet en de doeltreffendheid verhoogd. Vlaanderen tekende al voor de meeste uitgebreide en transparante rapportage - dat erkent ook het Vlaams Vredesinstituut in haar meest recente studierapport 'Wapenexportcontrole in België'- en verankert die voortrekkersrol nu ook decretaal. Vlaanderen voert het debat publiek en met de cijfers op tafel. Dat staat in schril contrast met de gesloten deuren van de Waalse parlementscommissie.

Vernieuwend is ook de nieuwe regelgeving inzake controle op doorvoer, waarbij nu ook toezicht komt bij zogenaamde transit of doorvoer van goederen zonder overlading. Daarnaast maakt het nieuwe decreet het ook mogelijk om algemeen beperkende maatregelen aan te nemen. Dat betekent concreet dat de Vlaamse Regering kan beslissen om tijdelijke beperkingen voor militaire goederen in te voeren voor landen waartegen geen internationaal embargo is uitgevaardigd, maar waar de mensenrechten op flagrante wijze worden geschonden of die betrokken zijn bij een gewapend conflict. Die mogelijkheid komt bovenop de nauwgezette ad-hoc-behandeling van dossiers waarbij elke aanvraag wordt getoetst aan een batterij gunningscriteria. Kortom, Vlaanderen verzet met het nieuwe decreet verder de bakens.

En in Wallonië? Daar regeert het status quo. Maar hoop doet leven, toch op de dag na 1 mei. Laten we hopen dat de Vlaamse socialisten ook hun Franstalige kameraden overtuigd hebben van het belang van een correct, transparant, consequent beleid.