Een jaar geleden maakten we de donkerste dag in onze naoorlogse geschiedenis mee. We werden aangevallen op eigen bodem, in het hart van ons bestaan: de blijde verwachting in de vertrekhal van Zaventem en het dagelijkse pendelen naar ons werk.

Vandaag zijn wij verbonden in rouw om de 32 levens die ons werden afgenomen en om de vele slachtoffers die misschien nooit van hun wonden herstellen. Mensen die een leed dragen dat enorm zwaar is om te torsen, en die daarvoor meer respect en erkenning verdienen dan ze tot nu kregen.

We zijn verbonden in bewondering. Bewondering voor de moed van een meisje dat haar benen verloor en droomt van de Paralympische Spelen in 2020. Bewondering voor onze artsen en het verplegend personeel, die mensen hebben gered. Bewondering voor onze hulp- en veiligheidsdiensten, de helden van 22 maart.

Maar we zijn ook verbonden in weerbaarheid. Ja, we zijn zwaar op de proef gesteld en ja, we zijn zwaar geraakt. Maar we staan nog altijd massaal aan te schuiven met onze vakantiedromen op het vernieuwde Zaventem, we genieten nog altijd van de lentezon op de terrasjes. We laten onze manier van leven niet kapotmaken.

Waarden en vrijheden actief verdedigen

Meer dan ooit moeten onze waarden en vrijheden actief verdedigd worden. De tijd is voorbij dat schietpartijen in Brussel door sommige politici als fait divers werden afgedaan of dat onze speciale eenheden vuurgevechten aangingen met tweedehandswapens van de Nederlanders. Na jarenlange desinvesteringen in veiligheid, is er het voorbije jaar werk gemaakt van een arsenaal aan maatregelen in de strijd tegen terreur. We hebben onze wetten aangepast aan een vijand die buiten de regels vecht en opnieuw geïnvesteerd in veiligheid, manschappen, technologie en materiaal.

Voor IS gaan strijden is intussen strafbaar gesteld en de eerste grote processen tegen deze lieden werden bij ons gevoerd. Over heel het grondgebied wordt een cameraschild uitgebouwd om de verkeersstromen in het oog te houden. We geven de inlichtingendiensten en de politie steeds meer slagkracht. We treden onverbiddelijk op tegen haatimams en houden strikter toezicht op radicalisme. We zijn vandaag veiliger dan een jaar geleden.

Maar het werk is niet af. We moeten ons verder wapenen tegen lafaards die van onschuldige burgers op eender welk moment en op eender welke plaats een doelwit maken. Zeker nu IS in het Midden-Oosten onder druk staat, en Syriëstrijders misschien terugkeren naar Europa met geen ander doel dan het zaaien van terreur, dood en geweld.

We moeten ons voorbereiden op het ondenkbare, op wat hopelijk nooit gebeurt. Daarom moeten we een wettelijk kader voorzien voor het uitroepen van de noodtoestand, zoals in Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk. Als er aanhoudende terroristische aanvallen zijn, moeten we snel kunnen ingrijpen en maatregelen treffen zoals het opleggen van huisarrest, een propagandaverbod of de preventieve opsluiting met achteraf toetsing door de rechter.

Gespecialiseerde terreurrechtbanken

Ook moeten er gespecialiseerde en goed beveiligde terreurrechtbanken komen om eenheid van rechtspraak in terrorismedossiers te creëren. En als burgemeester van een grote stad, ken ik als geen ander het belang van de lokale politie en overheid in de opvolging van geradicaliseerden, potentiële terroristen en teruggekeerde Syriëstrijders. Zij moeten dus ook de middelen krijgen om die taak uit te voeren. Een burgemeester moet onderzoeksdaden kunnen vragen aan het parket en bestuurlijk kunnen optreden overal waar er haat en geweld wordt gepredikt. En de lokale politie moet verdachten kunnen filmen en mensen kunnen schaduwen, net zoals ze moet kunnen patrouilleren op het 'dark web'.

Onze strijd is nog niet gestreden. Europa zal nog donkere dagen moeten doormaken. We mogen echter nooit opgeven. De verlichting is sterker dan de duisternis. Hoe moeilijk het ook moge worden, aan het einde winnen wij.