“Nederlandstalige kinderopvang in Brussel is voor ons cruciaal”, benadrukt Jans. Zij schreef voor de N-VA mee aan het decreet Kinderopvang en liet de taalvereisten erin betonneren. Zo moeten de verantwoordelijke van de crèche en minstens één kinderbegeleider een actieve kennis van het Nederlands hebben.

Niet minder opvangplaatsen

“Gelukkig is het aantal vergunde plaatsen in de Nederlandstalige kinderopvang in Brussel wel nagenoeg gelijk gebleven”, vult haar Brusselse collega Liesbet Dhaene aan. “Er werd nochtans gevreesd voor een massale overloop naar ONE, de Franstalige tegenhanger van Kind & Gezin. Dat blijkt dus niet het geval.” Uiteindelijk stapten ook slechts 4 van de 38 crèches over naar ONE, 6 raakten na overname of fusie niet meer vergund, van 2 werd de vergunning opgeheven en 8 zijn intussen gestopt.

Vlaams Parlementslid en Brusselaar Karl Vanlouwe vindt het wel bizar dat de bevoegde minister Jo Vandeurzen (CD&V) geen cijfers kon meegeven over Nederlandstalige kinderen in Brusselse crèches die door Kind & Gezin worden gesubsidieerd. “Hoe kan je een beleid voeren, als je het aantal Nederlandstalige kinderen niet kent? Daar moet werk van worden gemaakt”, besluit Vanlouwe.