“De wetgeving rond het Asbestfonds - die er overigens pas kwam na vele jaren gelobby van de betrokken bedrijven - geeft de asbestslachtoffers op hun sterfbed niet meer dan een schijnkeuze”, verduidelijkt Van Peel. “Met het aanvaarden van een vergoeding uit dat fonds om de hoogoplopende medische kosten te kunnen betalen in de laatste maanden van hun leven, doen zij immers automatisch afstand van hun recht om het verantwoordelijke voormalige asbestbedrijf aan te klagen bij de rechtbank. Omdat hun tijd en energie schaars is - eens de symptomen er zijn, is het een kwestie van weken of maanden - kiest nagenoeg iedereen voor het Asbestfonds.” 

Pact met de duivel

Het 'historisch compromis' over het Asbestfonds kwam in 2007 tot stand na uitvoerig overleg met de asbestnijverheid zelf. Het fonds wordt gespijsd door de overheid én alle werkgevers in dit land. En dus niet enkel door die bedrijven die vroeger wetens en willens met asbest zijn blijven werken. “De vervuiler betaalt, het is een mooi principe”, stelt Van Peel. “Maar voor onder andere Eternit was het tot nu toe een ver-van-hun-bedshow. Want wie betaalt er al al die jaren echt, behalve de talrijke slachtoffers die via een pact met de duivel hun rechten moeten afstaan voor een stuiver?”

Verjaringstermijn aanpassen

Met Van Peels wetsvoorstel zullen slachtoffers en hun familie zelf kunnen beslissen of ze al dan niet een klacht indienen, ook al hebben ze een vergoeding gehad, zodat ze niet enkel financieel maar ook moreel hun zaak kunnen beslechten. “Het is aan de rechter om te bepalen of en wie verantwoordelijk is”, besluit Van Peel. “En ook de verjaringstermijn moeten we aanpassen, naar een termijn die pas begint te lopen vanaf het moment dat de diagnose wordt gesteld en vijf jaar later verstrijkt. Want vandaag is de juridische termijn van twintig jaar bij het opduiken van asbestgerelateerde ziektesymptomen vaak al lang verstreken.”

Lees hier ook een opiniestuk van Valerie Van Peel over dit onderwerp.