Tom Vandenkendelaere (CD&V) argumenteert in De Tijd dat een debat over nieuwe ‘transparantie- en verantwoordingsmechanismes’ voor de ECB moet kunnen, maar dat 'de inhoud van het monetair beleid’ niet ter discussie mag worden gesteld. Omdat onderzoek aantoont dat onafhankelijke centrale banken beter zijn in het beheersen van de inflatie. Verder ziet hij 'populistische oneliners' en 'scudraketten op de ECB' die de legitimiteit van de ECB onderuit zouden halen. Driftige taal waarmee Vandenkendelaere vooral de N-VA lijkt te viseren.

Het klopt dat een centrale bank in haar doen en laten onafhankelijk moet zijn; vrij van politieke inmenging dus. Wanneer overheden zich tot de monetaire drukpers zouden kunnen wenden om hun uit de hand gelopen begrotingstekorten te dekken, wordt te veel geld gecreëerd en krijgen we inflatie.

In het slechtste geval krijgen we hyperinflatie. Dan verliezen burgers hun vertrouwen in de munt en verliest die zijn waarde. Zo’n episode - ten tijde van de Weimarrepubliek - staat in het Duitse collectief geheugen gegrift. Bij de introductie van de euro werd daarom aan Duitsland een onafhankelijke Europese centrale bank beloofd, gefocust op prijsstabiliteit. Dit in ruil voor het opgeven van hun kostbare D-Mark.

In 2011-2012 gooide de ECB haar orthodoxe traditie echter overboord. Hervormingsmoeheid en excessieve schulden zaaiden toen paniek over de toekomst van de euro. Voorzitter Mario Draghi kondigde aan ‘whatever it takes’ te zullen doen om de schuldenproblemen in het Zuiden van de eurozone te verhelpen. Sindsdien draait de geldpers op volle toeren.

Budgettair beleid

Officieel zijn de renteverlagingen en de opkoopprogramma’s van de ECB er om de prijsstabiliteit te verzekeren, maar eigenlijk is dit al lang geen zuiver monetair beleid meer. Het beleid van de ECB heeft als doel om de rentes op (overheids)schulden in het Zuiden van Europa laag genoeg te houden: het is monetaire financiering, in wezen budgettair beleid dus.

De negatieve effecten van die lage rente zijn ondertussen welgekend: uw spaargeld brengt niets meer op, pensioenfondsen en verzekeraars komen in de problemen, de ongelijkheid vergroot, de productiviteitsgroei valt stil,… Op het colloquium van Leergeld.EU werd dit haarfijn uitgelegd en toegelicht door Jürgen Stark, voormalig hoofdeconoom van de ECB.

Dus ja, ik stel de legitimiteit van dit expansieve beleid van de ECB in vraag. En ik meen daar alle recht toe te hebben. Op dit punt treedt de ECB immers buiten haar wettelijk vastgelegde mandaat. Wie niet ageert als een technische instelling maar als een politieke actor, wie zich niet houdt aan het toegekende mandaat maar zich alles meent te kunnen permitteren, mag zich aan politieke kritiek verwachten. Dát is de samenleving en de democratische rechtsstaat waarin ik geloof en wil leven.

Waar maatschappelijke beslissingen, bijvoorbeeld over fiscale maatregelen zoals transfers, niet in handen zijn van technocraten. Waar niet de verzuiling regeert, maar verkozenen des volks. En waar de ECB onafhankelijk doet wat moet, binnen de democratisch vastgelegde krijtlijnen.

Overigens zorgt de lage rente ervoor dat politici broodnodige en dringende hervormingen voor zich uit kunnen schuiven. In het Europees parlement legde ECB-ondervoorzitter Constâncio deze week de vinger op de wonde: ‘De lidstaten hervormen onvoldoende. De ECB kan enkel zorgen voor gunstige financiële condities. Tot nu toe zijn structurele hervormingen echter vooral gebeurd in landen die onder druk staan.'

Het ECB-beleid haalt de druk van de ketel en zorgt dus voor minder hervormingen en minder besparingen. Zouden daarom sommige politici zo’n fan zijn van Mario Draghi?