Tot eind vorig jaar was grensoverschrijdend gedrag in de sport iets wat enkel over de grens, in de buurlanden, gebeurde. Maar een reeks getuigenissen maakte sindsdien pijnlijk duidelijk dat het even goed ook hier gebeurt. 

Het is een open deur intrappen, maar grensoverschrijdend gedrag komt in allerlei vormen en op allerlei plaatsen en sectoren (onderwijs, jeugd, cultuur, …) voor. Laten we dan ook, ondanks de zeer ernstige en actuele getuigenissen uit de sportsector, niet de al te makkelijke fout maken om de sportsector te gaan catalogeren als een omgeving waarin dergelijk misbruik weelderig kan tieren. Dat is niet zo en laat ons vooral erkentelijk zijn en blijven voor het vrijwillige en oprechte engagement van vele trainers, begeleiders en bestuursleden in de Vlaamse sportsector die kinderen en jongeren in staat stellen om op een veilige en gezonde manier te sporten. Maar laat ons daarnaast ook het momentum aangrijpen om kritisch te reflecteren over wat we moeten doen om nog meer en beter werk te maken van een veilig en gezond sportklimaat.

Want als ik één ding geleerd heb de voorbije maanden, is dat het warm water niet opnieuw uitgevonden moet worden in Vlaanderen. Er bestaat al veel in Vlaanderen maar momenteel past de puzzel nog niet volledig ineen. De essentie is zodoende om na te denken over hoe deze puzzelstukjes beter in elkaar gepast kunnen worden.

Er is het in het begin van 2012 gelanceerde Meldpunt 1712 als aanspreekpunt voor alle vormen van geweld, misbruik en mishandeling. Hiernaast werd het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES) werd erkend (én gesubsidieerd) om rond dit thema te werken. Verder werd een strategisch lerend netwerk tussen de belangrijkste stakeholders van de sportsector en het Kinderrechtencommissariaat opgestart. Ten slotte werd ook het Vlaggensysteem, een methodiek om seksueel gedrag van kinderen en jongeren correct in te schatten en erop te reageren, vertaald naar en verspreid binnen de sportsector.

De bal is zodoende al even aan het rollen, maar toch bleef de thematiek tot op heden misschien wat onderbelicht en onder de radar. Grotendeels door het gebrek aan getuigenissen en meldingen vanuit de Vlaamse sportsector. Die zijn er nu wel, wat ons een impuls geeft om een versnelling hoger te schakelen en zowel te kijken naar zowel zogenaamde ‘quick wins’ als langetermijnmaatregelen.

Bovenop de reeds genomen maatregelen, kan er nog wat laaghangend fruit worden geplukt. Is het geringe aantal meldingen bij het Meldpunt 1712 vanuit de sportsector niet het gevolg van een te geringe bekendheid binnen die sector? Zo ja, zou het al niet een eerste stap zijn dat de door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde sportfederaties helpen het Meldpunt bekender te maken? Ook ontbreekt monitoring en evaluatie. Verder vraagt de sector zelf meer vorming en ondersteuning rond deze thematiek.

Naast deze quick wins is het aan de politiek om ook na te denken over sensibilisering en een cultuur te creëren binnen de sportsector waarin het omgaan met grensoverschrijdend gedrag in al zijn vormen integraal deel uitmaakt van de dagdagelijkse praktijk en van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid van elke sportfederatie en -club. Een belangrijke vraag zal ook zijn hoe we dit kwaliteitsbeleid ook ingang kunnen doen vinden bij niet-erkende en niet-gesubsidieerde sportfederaties en bij private sportorganisatoren. Dit alles moet gebeuren met respect voor de vrijwillige inzet van al die enthousiaste Vlamingen in onze 24.000 sportclubs. Het komt erop aan hen niet te overladen met extra administratieve verplichtingen en regeltjes die hen afschrikken in hun engagement, maar te gaan voor een positieve, enthousiasmerende aanpak.

Laten we vanaf vandaag de getuigenissen aangrijpen om samen werk te maken van een sportomgeving waarbinnen elke Vlaming zich veilig kan voelen; een sportomgeving waarbinnen elke Vlaming zijn of haar integriteit volledig gerespecteerd ziet, een sportomgeving ook waarbinnen elke Vlaming kan sporten omdat sporten nu eenmaal leuk en gezond is.