Uitzendarbeid is en blijft een belangrijk kanaal voor jongeren om geld te verdienen en werkervaring op te doen. Het betekent ook een opstap naar een vast contract. Maar wantoestanden kunnen niet door de beugel. “Het gebruik van opeenvolgende dagcontracten is enkel verantwoord als het werk in een bedrijf expliciet flexibiliteit vereist”, stelt Van der Donckt.

Lagere drempel naar regulier contract

Vanaf 1 juli volgend jaar zullen Starterjobs gelukkig de drempel naar een regulier contract stevig verlagen voor jonge werknemers zonder veel scholing of werkervaring. De brutoloonkost voor werkgevers daalt aanzienlijk, maar het nettoloon van de jonge werknemers blijft gelijk. Bovendien groeien de jongeren na hun 21ste verjaardag door naar de reguliere loonbarema’s. Werkgever én werknemer winnen daarbij.

De angst dat jongeren omwille van het lagere brutoloon een minder hoge werkloosheidsuitkering zouden krijgen als ze zonder job vallen, is bovendien erg beperkt. Jonge werknemers hebben immers pas recht op zo’n uitkering als ze minstens één volledig jaar (in de voorbije 21 maanden) of anderhalf jaar (in de voorbije 33 maanden) hebben gewerkt. “En laten we wel wezen, jongeren zonder werk en een inkomen uit arbeid thuis laten zitten met een leefloon of arbeidsongeschiktheid, daar is niemand beter mee af”, besluit Wim Van der Donckt.