“We kunnen die adviseurs die hun cliënteel aanraadden om geen kapitaal te regulariseren omdat het parket geen tijd heeft om hen te vervolgen, toch geen gelijk geven?”, reageert Van de Velde verontwaardigd. Bovendien zouden vooral Nederlandstalige adviseurs hun cliënten geadviseerd hebben om zo grondig mogelijk te regulariseren, uit schrik voor vervolging door het parket wegens het witwassen van geld. Franstalige adviseurs achtten de regularisatie van het kapitaal veel minder noodzakelijk, wat wijst op een verschil in vervolgingsbeleid ten noorden en ten zuiden van de taalgrens. “Maar een seponering omdat het federaal parket een ‘uniform’ vervolgingsbeleid wil, klinkt totaal ongeloofwaardig”, meent Van de Velde.

Onderzoek in Panama-commissie

De enige mogelijkheid die nog openblijft is dat minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zijn positief injunctierecht gebruikt om toch minstens die regularisatiedossiers te doen onderzoeken waarin geen kapitaal werd geregulariseerd. “Dat zijn geen 61.546 dossiers maar een fractie daarvan. En die gaan wij als fractie zeker onderzoeken in de Panama-commissie”, aldus Van de Velde. Volgende week starten in die parlementaire onderzoekscommissie naar de Panama Papers de hoorzittingen met de BBI en de parketten van Gent en Brussel, om na te gaan of zij effectief optreden in regularisatiedossiers waarin geen kapitaal werd geregulariseerd.