Bij ons bestaat al langer een zogenoemd opting-out- of geenbezwaarsysteem voor orgaandonatie. Dat houdt in dat iedere burger impliciet als donor wordt beschouwd, tenzij hij of zij zich expliciet daartegen verzet. Toch blijven de wachtlijsten voor orgaandonatie lang. In de realiteit heeft de naaste familie op het cruciale moment immers nog steeds het laatste woord. En die weigerde in 2015 in 12,6 procent van de gevallen de orgaandonatie.

Omgekeerd effect

“Op het eerste gezicht lijken er verschillende manieren te bestaan om het aantal orgaandonaties te verhogen, maar bij veel van die opties dreigt een omgekeerd effect”, aldus Van Peel. “Zo kan je je vandaag enkel in het gemeentehuis effectief laten registreren als donor. Maar dat is voor veel mensen een te onpersoonlijk gegeven, wat de drempel hoog maakt. Globale infocampagnes om mensen toch daartoe aan te zetten, zijn relatief duur en hun effect is slechts tijdelijk. Op de koop toe leiden ze vaak niet alleen tot een stijging van de opt-ins maar ook van de opt-outs. En dat is natuurlijk net niet de bedoeling.”

Sommige beleidsmakers pleiten daarom voor een digitale registratie van de wilsverklaring, bijvoorbeeld via de elektronische identiteitskaart. “Maar ook daar bestaat het gevaar dat het huidige geenbezwaarsysteem onder hoogspanning komt en we de facto de omschakeling maken naar een opting-insysteem”, werpt Van Peel tegen. “Bovendien verhelpt de digitale registratie de problematiek van het verzet door de familie niet.”

Ervaren vertrouwenspersoon

“Het is belangrijk dat de informatie over orgaandonatie uitgebreid en correct wordt gegeven door iemand waarmee een vertrouwensband bestaat", stelt Van Peel. "Daarom denken we aan de huisarts, die trouwens ook zelf het initiatief kan nemen tot zo’n gesprek. Met hopelijk een actieve registratie van de wilsverklaring tot gevolg.” Daarvoor zouden huisartsen het bestaande eHealth-platform kunnen gebruiken, zodat de info voor alle zorgverstrekkers, bijvoorbeeld op de spoed, meteen raadpleegbaar is. “De huisarts kan zijn patiënt in één klap dan ook ertoe aanzetten om dit met zijn naaste familie te bespreken, wat de kans op verzet verkleint”, besluit het Kamerlid.