De netto-inkomsten uit accijnzen op rookwaren en uit btw-opbrengsten van tabaksfabricaten brachten vorig jaar samengeteld 2,1 miljard euro in het staatskaslaatje. Dat is meer dan in 2012, toen de overheid in totaal 1,8 miljard euro ophaalde.

Immateriële kosten wegen door

Die stijgende inkomsten compenseren echter geenszins de maatschappelijke kosten die het roken met zich meebrengt, becijferden Van Camp en Hufkens. In 2012 liepen de directe kosten voor de gezondheidszorg, bijvoorbeeld voor kankerbehandelingen, en de indirecte kosten, zoals het productiviteitsverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid, samen op tot zo’n 1,3 miljard euro. De balans van inkomsten en kosten voor dat jaar lijkt dan ook positief uit te vallen, met een half miljard aan ‘maatschappelijk voordeel’.

Maar dat is zonder de immateriële kosten gerekend: 294.000 gezonde levensjaren gingen dat jaar immers verloren door tabaksgebruik. Als je, zoals de Europese Commissie, de kost van een verloren levensjaar op 40.000 euro raamt, dan kom je uit op het hallucinante cijfer van 11,7 miljard euro. Tel daar de sociale kosten door ziekte en arbeidsongeschiktheid bij op en trek de inkomsten uit accijnzen en btw ervan af, en de totale kost van het tabaksgebruik in 2012 bedraagt ruim 11 miljard euro. En de recent gestegen inkomsten uit btw en accijnzen veranderen daar helaas weinig aan.