Als de PS echt transparantie wil, dan moet ze om te beginnen de bestaande Brusselse regels voor openbaarheid van bestuur afdwingbaar maken én ze ook doen toepassen op alle instellingen en vzw's die rond het Gewest en de Brusselse gemeenten hangen. Enkel dan zal haar dominante rol op die plaatsen niet langer aan de parlementaire en gemeentelijke controle ontsnappen. “Het minimum dat we toch mogen verwachten, is dat de Brusselse regering die regels zou naleven: ze dienen net om transparantie in het beleid te brengen”, stelt Van Achter. Via die wetgeving kunnen parlementsleden en burgers immers regeringsbeslissingen opvragen en zo het regeringswerk volgen. Maar meer dan twintig jaar na het in voege treden ervan wordt ze nog steeds niet nageleefd en blijft de Brusselse minister-president weigeren om de regeringsnota’s openbaar te maken. “Ook na mijn vraag wanneer de Brusselse regering, naar Vlaams voorbeeld, proactief haar regeringsbeslissingen online zou zetten, bleef het stil”, merkt Van Achter op.

Geen structurele oplossingen

“Maar ook de nieuwe voorstellen van de PS zelf stellen op zich niet veel voor”, meent Van den Driessche. “Wie echt iets wil doen aan het totale gebrek aan efficiëntie in dit gewest komt toch als eerste prioriteit uit bij de fusie van de gemeenten en politiezones? In dit gewest zijn er immers pakweg 1100 politieke mandaten en 50 politieke instellingen. Structureel los je dus weinig op met hier en daar een mandaatje te schrappen of een politieke instelling te fuseren.”

De PS beweert ook geen communautaire debatten te willen openen, maar ondertussen lanceert ze wel voorstellen zoals de tweetalige lijsten en de overdracht van gemeenschapsbevoegdheden naar het gewest. “Die voorstellen staan haaks op de hoofdstedelijke rol van het stadsgewest”, stelt Van den Driessche. “Bovendien zullen ze Brussel verder afzonderen van de rest van het land, wat de Brusselaar absoluut niet ten goede zal komen.”

Ten slotte is ook het verlenen van gewestelijk stemrecht aan niet-Belgen, om zo de participatie van die groep te verhogen, niet gewenst. “Wie duurzaam wil participeren, kan dat doen door zich in te burgeren en de Belgische nationaliteit aan te vragen”, besluit Van den Driessche.