“Momenteel worden allerlei uitzonderingsstatuten, speciale regimes en voorkeursregelingen afgebouwd bij werknemers en ambtenaren. Gezien de kost van de vergrijzing kan dat ook niet anders”, aldus Peumans. “Maar zo'n hervorming is enkel mogelijk en rechtvaardig als ze voor iedereen geldt, dus ook voor parlementsleden.” Zijn collega-voorzitter Bracke sluit zich daarbij aan: “Als we van de mensen inspanningen vragen, is het niet meer dan normaal dat parlementsleden ook hun duit in het zakje doen. Om ons sociaal systeem betaalbaar te houden, zullen we langer moeten werken. En dat geldt voor iedereen.”

Harmonisering pensioenstelsels

Beide voorzitters gaan daarom nu een nieuw voorstel uitwerken om de pensioenleeftijd en de loopbaanvoorwaarden van de Vlaamse en de federale parlementsleden gelijk te schakelen met die van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. “Die geleidelijke harmonisering van de verschillende pensioenstelsels is belangrijk en rechtvaardig”, stelt Bracke. Hij herinnert eraan dat tijdens de vorige regeerperiode al een eerste hervorming werd uitgewerkt. Toen werd de pensioenleeftijd voor nieuwe parlementsleden opgetrokken tot 62 jaar, maar met een ruime overgangsregeling voor wie vóór 2014 al werd verkozen. “Bij die vorige aanpassing van de pensioenregeling heeft het Vlaams Parlement er overigens op gewezen dat die pensioenleeftijd op 62 geen einddoel mocht zijn”, merkt Peumans op.

Geen taboes

“Het is de logica zelve dat we de leeftijdsvoorwaarde voor Kamerleden verder optrekken”, bevestigt ook Kamerfractievoorzitter Peter De Roover. “We kunnen geen geloofwaardige pensioenhervorming doorvoeren als we ‘onszelf’ daarbij buiten beschouwing laten. De N-VA heeft ook steeds gezegd dit debat zonder taboes te willen aangaan.”

Toen de regelgeving tijdens de vorige legislatuur al eens werd aangescherpt, werkte de N-VA vanuit de oppositie buiten het zicht van de media mee aan een consensus. De Roover is dan ook niet onder de indruk van het manoeuvre van de sp.a: “Vorig jaar heb ik bij het debat over de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd de sp.a nog uitgenodigd om aan een oplossing voor de Kamerleden te werken. Buiten het zicht van de camera’s hebben we daarover niets meer vernomen in de Conferentie van de Voorzitters, waar het Kamerreglement kan worden besproken.”