Een interventiedatabank zal voor het eerst effectieve gedragsverandering in kaart brengen en recidivecijfers verzamelen. Dat moet duidelijk maken welke maatregelen echt werken voor jongeren, slachtoffers en maatschappij. Het uitgangspunt is dat jonge daders hun verantwoordelijkheid nemen, waarbij verzoening tussen slachtoffer en dader vooropstaat. De jeugddelinquent moet de consequenties van zijn daden inzien en de schade ‘vergoeden’ op een betekenisvolle manier voor zijn slachtoffer of de gemeenschap.

Elektronisch toezicht

Het ontwerpdecreet voorziet ook de mogelijkheid om elektronisch toezicht op te leggen. Zo kan de jeugdrechtbank de jongere van zeer nabij opvolgen. De N-VA is ook blij dat er een aparte eenheid komt voor jongeren met een geestesstoornis, naar analogie met de opvang voor geïnterneerden, zodat zij een aangepaste behandeling kunnen krijgen. Tot slot gaat deze nieuwe aanpak uit van versterkte rechtswaarborgen, waarbij een jeugdadvocaat de jongere zal bijstaan.