Vandaag zijn we ver van halfweg bij het bereiken van de 2020-doelen. De ecologische voetafdruk van alle EU-lidstaten is dubbel zo groot als hun ecologische draagkracht. Amper 23 procent van de natuursoorten en 16 procent van hun leefgebieden bevinden zich in een goede staat. 

Een sterke natuur voor een sterke economie

“Investeren in natuur en biodiversiteit is nochtans noodzakelijk voor natuur, mens én economie”, stelt Demesmaeker. “Biodiversiteit biedt tal van onbetaalbare voordelen als gezonde lucht, zuiver water en gewasbestuivers. Een sterke natuur staat een sterke economie overigens niet in de weg, wel integendeel. Als Europa niet aan de 2020-doelstellingen voldoet, kan dat ons 50 miljard euro per jaar kosten.”

Daarom pleit Demesmaeker in zijn verslag voor meer politieke wil op alle beleidsniveaus. Zo spoort hij de EU-lidstaten aan om nauw samen te werken met alle betrokken actoren om de vooropgestelde doelen te bereiken. Een betere implementatie, een strikte handhaving en een verdere integratie van biodiversiteit in andere beleidsdomeinen zijn daarbij essentieel. Daarnaast zijn bijkomende innovatieve oplossingen nodig om biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen, zoals een trans-Europees netwerk van groene infrastructuur, initiatieven voor het garanderen van basisnatuurkwaliteit buiten de beschermde gebieden en acties om bestuivers te beschermen. “Mijn rapport schetst de krijtlijnen van het Europese natuurbeleid. Het is nu aan de lidstaten én aan de Europese Commissie om met die aanbevelingen aan de slag te gaan", besluit Demesmaeker.

Bekijk hier een infografiek over biodiversiteit.