Weyts maakte die voorlopige resultaten niet toevallig bekend op de allereerste Dag van de Schepenen van Dierenwelzijn, een grootschalig overlegmoment waar 120 lokale vertegenwoordigers uit 77 Vlaamse gemeenten op afkwamen. “Dierenmishandeling en -verwaarlozing hebben bij ons geen plaats. We gaan die schrijnende situaties bestrijden, tot in de kleinste gemeente”, neemt Weyts zich voor. De minister, die in de lokale besturen sterke bondgenoten ziet in de strijd tegen dierenleed, wil dat overleg voortaan jaarlijks herhalen.

Meer meldingen

Intussen blijft ook het aantal meldingen niet achter. Tussen januari en mei van dit jaar zijn er al 1.268 dossiers ingediend bij de diensten van minister Weyts, samen goed voor wel 1.559 meldingen (meerdere meldingen per dossier zijn mogelijk). In diezelfde periode in 2014 ging het ‘slechts’ om 802 nieuwe dossiers. Een stijging van maar liefst 58 procent. Vooral in Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Antwerpen neemt het aantal meldingen toe. “Vlamingen zien dat Dierenwelzijn eindelijk een volwaardige bevoegdheid is en geen ‘nevenbevoegdheid’. Dat geeft vertrouwen om probleemsituaties ook echt aan te geven”, besluit Weyts.

Denktank voor de dieren

Dat het minister Weyts menens is met de uitbouw van zijn beleidsdomein Dierenwelzijn tot een volwaardige bevoegdheid, blijkt ook uit de oprichting van een eerste Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. Die zal een belangrijke rol spelen in het uittekenen van het dierenwelzijnsbeleid. In dat adviesorgaan zijn alle belangengroepen vertegenwoordigd: van professionelen, over dierenartsen en consumenten tot dierenbeschermers. “Ik wil evenwichtige adviezen, en dus heb ik gewaakt over een evenwichtige samenstelling”, zegt de minister.

Asielen beter vertegenwoordigd

Deze Vlaamse ‘denktank voor de dieren’ verschilt op verschillende punten van de vroegere federale adviesraad. Daarin waren de dierenasielen bijvoorbeeld niet of nauwelijks vertegenwoordigd. In de Vlaamse Raad zal een asielvertegenwoordiger uit elk van de vijf provincies zitten. “De asielen doen belangrijk en broodnodig werk, ik wou hen absoluut aan boord”, stelt Weyts. Er werd ook goed gewaakt over de regionale spreiding. “Veel dossiers zijn streekgebonden”, weet Weyts. “Zo zie je dat er in Limburg veel paarden worden opgevangen, in West-Vlaanderen is de problematiek rond runderen groter en de opvang van zwerfkatten is dan weer een thema in de verstedelijkte gebieden.”

Ook distributiesector mee aan boord

Met handelsfederatie Comeos is ten slotte ook de distributiesector voor het eerst vertegenwoordigd in zo’n adviesorgaan. Volgens Weyts heeft die sector bewezen een belangrijke rol te kunnen spelen. “Denk maar aan supermarktketens die geen kooi-eieren meer verkopen of geen vlees meer willen van chirurgisch gecastreerde varkens.”