Als fietsland moet Vlaanderen alleen Nederland en Denemarken laten voorgaan. We zijn wel vooral recreatieve en sportieve fietsers, en nemen de fiets nog te weinig voor functionele verplaatsingen. Nochtans kan je vandaag in veel gevallen al sneller en comfortabeler met de fiets op je werk geraken dan met de auto. “De Vlaming is een weekendfietser, en ik wil er ook een weekfietser van maken”, stelt Weyts. Daarom voert hij ook een ambitieus investeringsbeleid: tot nu werden de fietsbudgetten ondanks de besparingen volledig gevrijwaard en zelfs licht verhoogd. Tegen het einde van de legislatuur wil Weyts de magische kaap van honderd miljoen euro per jaar ronden. De inhoudelijke krachtlijnen daarvoor staan alvast gebundeld in het Vlaamse Fietsbeleidsplan, dat werkt met drie trappen: fietsbeleid, fietsinfrastructuur en fietscultuur.

Fietsbeleid: meer samenhang

Minister Weyts wil met de Vlaamse overheid de centrale regie van het fietsbeleid in handen nemen. Vandaag wordt dat beleid immers gekenmerkt door grote versnippering. Heel wat overheden en organisaties doen waardevolle inspanningen voor de fiets, maar los van elkaar en in verspreide slagorde. Met als resultaat fietspaden die abrupt ophouden bij een gemeente- of provinciegrens. De Vlaamse overheid wordt de brugfiguur tussen alle partners.

Fietsinfrastructuur: meer doorstroming

Minister Weyts plant ook meer investeringen in netwerken voor woon-werkverkeer. Zijn concrete ambitie is om tachtig fietssnelwegen te realiseren, voorzien van een uniforme bewegwijzering en een aangepast statuut, zodat fietsers meer voorrang krijgen op het kruisende verkeer. Een vlotte doorstroming van het fietsverkeer is voor Weyts immers cruciaal, en dat niet alleen op bepaalde knelpunten maar ook op volledige trajecten. Dat kan bijvoorbeeld met een slimme en fietsvriendelijke lichtenregeling.

Weyts mikt voorts op een uitbreiding van de deelfietssystemen. Die moeten ook slimme verbindingen hebben met de randstedelijke parkings, zodat chauffeurs vlot kunnen overschakelen op een (deel)fiets. Om de ontbrekende verbindingen te realiseren, wil de minister de lokale besturen voor honderd procent financieel tegemoetkomen. Vandaag dragen die nog twintig procent van de kosten.

Fietscultuur: meer communicatie

Minister Weyts wil ten slotte ook een communicatieplan voor bedrijven, om werkgevers én werknemers diets te maken dat fietsen ook economisch en financieel pure winst betekent. Zo is een fietsvergoeding belastingvrij en kunnen bedrijven fietsinvesteringen voor 120 procent aftrekken van hun vennootschapsbelasting. Weyts denkt bovendien aan een informatiecampagne voor ouders, die hun kinderen vaak verbieden om met de fiets naar school te rijden omdat ze menen dat dit te gevaarlijk is. In werkelijkheid is de veiligheid voor fietsers de laatste jaren sterk gestegen.