Als meesterstrategen trachten het cdH en de PS in Brussel en Wallonië de luchthaven van Zaventem schaakmat te zetten. Ondanks het feit dat ze op de tribunes en voor de camera dwepen met een aandoenlijke belgitude, is het voor hen toch moeilijk te verkroppen dat de nationale luchthaven in Vlaanderen gelegen is. Sinds decennia spelen politici van beide partijen hoog spel met de 60.000 directe en indirecte jobs van de luchthaven. Meer en meer trachten ze de strop te sluiten rond Zaventem, om op die manier Charleroi en Luik te kunnen uitspelen als groeipolen die de rol van Zaventem kunnen overnemen en, voor zover dat niet lukt, in elk geval alle hinder te verschuiven naar de Vlaamse Rand.
Transfer van Brussel naar Luik en Charleroi
Zaventem moet krimpen, fel krimpen: dat is de wens die sinds jaar en dag wordt uitgedrukt in cdH-kringen en onomwonden wordt uitgedragen. Elke mogelijkheid om de luchthaven klein te krijgen wordt aangegrepen, in het belang uiteraard van de Waalse regionale luchthavens.
Zo stuurde voormalig minister Joëlle Milquet in 2014 in volle verkiezingscampagne de visie van het cdH per brief aan potentiële kiezers. Belangrijke eis voor het nieuwe regeerakkoord? De verhuis van lowcost- en chartervluchten, zoals alle touroperators, naar Charleroi en de verhuis van luchtvracht naar Luik. Niet meer, niet minder.
Als dan na de verkiezingen blijkt dat regeringsdeelname niet direct in het verschiet ligt, denkt Catherine Fonck, vandaag de fractievoorzitter van het cdH, haar kans te grijpen. Ze mag gedurende bijna drie maanden nog de staatssecretaris van Mobiliteit spelen in de regering-Di Rupo en tracht zo goed als onmiddellijk haar stempel te drukken op het luchthavendossier. De oplossing die zij uit haar hoed toverde om de routes bij te sturen, hield toevallig ook een reductie van de capaciteit van de luchthaven van Zaventem in van 50 procent. Toeval?
Begin 2016 zet Georges Dallemagne, kamerlid voor het cdH, in een resolutie nog eens extra in de verf dat Zaventem bedoeld is als ‘stadsluchthaven’ en dat geen enkel deel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag worden overvlogen. Céline Fremault (cdH) en Rudi Vervoort (PS) leiden vervolgens een nieuwe aanval, ditmaal vanuit Brussel, om met een ferme aanscherping van de toepassing van de geluidsnormen hun doel stelselmatig te kunnen bereiken.
Terwijl zo aanval na aanval wordt gelanceerd om het Zaventem moeilijker te maken, te doen afkalven, te doen krimpen, verschijnen dezelfde partijen op het toneel om de luchthavens van Luik en Charleroi uit te bouwen. Waar de luchthaven van Luik kan rekenen op de bijstand van oud-ministers Marie-Dominique Simonet (cdH) en José Happart (PS) als voorzitter en eerste ondervoorzitter, kan de luchthaven van Charleroi een beroep doen op Laurent Lévêque (oud-kabinetsmedewerker van Paul Magnette) en Michaël Van den Kerkhove (oud-kabinetsmedewerker van Marie-Dominique Simonet) in dezelfde functies.
Doorzichtig spel
De voorbije week lonkte Luik alvast naar de klanten van Brussels Airport, als ‘oplossing’ voor de geluidshinder rond Zaventem. En in de voorbije jaren deed Charleroi dat soort communicatie hun al geregeld voor. Het spel kan niet doorzichtiger worden dan dat. Stap voor stap een luchthaven als schietschijf gebruiken om er twee andere groot mee te maken is een verwerpelijke strategie. Een strategie die bovendien niet werkt, want de vrachtvluchten die in het verleden op Brussels Airport verdwenen, bleken uiteindelijk te verhuizen naar Maastricht en niet naar Luik. Passagiers die verdwijnen op Zaventem, zullen wellicht in belangrijke mate voortaan Eindhoven of zelfs Schiphol opzoeken. Bovendien, indien de luchtconnectiviteit uit Brussel verdwijnt, zullen ook de vele farmabedrijven uit onze hoofdstad verdwijnen.
Maar niet alleen Vlaanderen dreigt hiervan het slachtoffer te worden, vooral ook de Brusselaars zelf. Meer dan 5000 Brusselaars zijn rechtstreeks tewerkgesteld op de luchthaven, ongeveer 25,3 procent van de totale directe tewerkstelling op Zaventem. Op een moment dat één op de vier Brusselse jongeren werkloos is en de algemene werkloosheidsgraad 17,5 procent bedraagt, wil je die jobs absoluut houden.
Met jobs speel je geen stratego. Brusselse en Vlaamse werknemers proberen in te ruilen voor Waalse werkgelegenheid is hoog spel waar we uiteindelijk allemaal aan verliezen.