Toen de verplichte legerdienst gelukkig werd afgeschaft, kregen verschillende politici later sporadische aanvallen van heimwee naar die periode, zo blijkt. Onverbeterlijke romantici zien het immers als de plek waar je niet alleen een jaar lang het vaderland mocht dienen maar ook waar mensen uit verschillende lagen van de bevolking mekaar ontmoetten.

Sindsdien komt het idee van een vrijwillige maar voor sommigen ook verplichte burgerdienst, een vorm van sociaal engagement bij de heropbouw na natuurrampen, armoedebestrijding, vluchtelingenwerk, ngo's of lokale overheden, af en toe uit de kast. Meestal wordt het vooropgesteld als een zaligmakende manier voor jongeren om competenties te ontwikkelen en om in contact te komen met jongeren uit andere sociale milieus.

In Vlaanderen 'vrijwilligt' ongeveer 15 procent van onze jongeren. Volgens het Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk zijn jongeren goed vertegenwoordigd in tegenstelling tot de oudere (60+) vrijwilliger. Daar is een inhaalbeweging wel degelijk nodig.

Dat het algemeen vrijwilligerswerk versterkt kan worden, staat buiten kijf. Het is steeds moeilijker om voldoende gemotiveerde vrijwilligers te vinden. Om dit te verhelpen, werd het Vlaams Actieplan Gecoördineerd Vrijwilligersbeleid opgesteld. De uitvoering ervan moet de vrijwilligers ondersteunen door een beter statuut, minder papierwerk en minder regels.

Dat neemt niet weg dat onze Vlaamse jeugd wel degelijk 'vrijwilligt', en dat goed doet.

Geëngageerde jongeren hebben toegang tot een brede vorming. Leiders in een jeugdbeweging bijvoorbeeld volgen via hun interne werking opleidingen maar eveneens worden zij gevormd door het dagdagelijks werk in de jeugdsector zelf. Zij staan het dichtst bij de kern van het jeugdwerk en leren bij door alles in de praktijk te brengen.

Vrijwilligers in een jeugdhuis doen evengoed maatschappelijke ervaring op. Zij kunnen creatieve trajecten volgen. Via de bestaande vormen van vrijwilligerswerk bouwen jongeren dus competenties op die ze later kunnen gebruiken op zowel persoonlijk als professioneel vlak.

De vraag is wat de meerwaarde is van een nieuwe vorm van burgerdienst? Vlaanderen heeft nog steeds een sterk middenveld aan organisaties die perfect geplaatst zijn om vrijwilligers aan te trekken en hun werking te promoten. Zij worden terecht ook gesubsidieerd hiervoor door de Vlaamse overheid.

Collega Peter Van Rompuy ziet blijkbaar meer heil in de overheid die een aanbod moet garanderen aan elke jongere, én er ook de promotie moet van voeren én de administratieve afhandeling. Tevens moet dit 'vrijwilligerswerk' ook vergoed worden - Van Rompuy suggereert zo'n 6.500 euro per jongere per project.

Meer nodig dan flitsende brochures

Volgens de christen-democratische collega's hebben we dus ook hier nood aan meer overheidsinterventie, aan meer vadertje staat, met extra diensten en extra omkadering.

Dat lijkt ons net niet de juiste oplossing, temeer omdat dezelfde jongeren aangetrokken zullen worden die nu reeds actief zijn in vrijwilligerswerk, van de lokale jeugdbeweging, het jeugdhuis, de milieubeweging tot het theatergezelschap of circusatelier.

Toegegeven het vrijwilligerswerk is niet voor elke jongere even toegankelijk. Jongeren in moeilijke thuissituatie of in een minder kansrijke omgeving vrijwilligen gewoonweg minder. Ook jongeren mensen met een migratieachtergrond zijn minder vertegenwoordigd als vrijwilliger. Zij die de illusie koesteren dat een flitsende brochure en een leuk filmpje dit drastisch zullen wijzigen zijn eraan voor de moeite.

Trouwens, een verplichte burgerdienst zou ook betekenen dat we afgestudeerde jongeren een vol jaar van de arbeidsmarkt weghouden, dit terwijl vacatures niet ingevuld geraken onder een aantrekkende economie. Misschien ontnemen we hen net hierdoor kansen op directe tewerkstelling. Denken we bijvoorbeeld maar aan de begeleidingstrajecten voor jongeren in het domein Werk, of de WIJ!-trajecten (Werkinleving voor Jongeren). Nog een parallel circuit opzetten zal zorgen voor een extra, overbodige laag, en daardoor ook meer kosten voor de overheid met zich meebrengen.