Met dit akkoord wordt eindelijk een structurele hervorming ingezet op het vlak van arbeidsongeschiktheid. Die is nodig om de ontsporing van de kost van langdurig zieken onder controle te krijgen. “We staan nu aan de start van de omslag van een strikt medische benadering naar een bredere en inclusieve benadering van arbeidsongeschiktheid”, verduidelijkt Spooren. “Daarbij kijken we eerder naar wat mensen wél nog kunnen dan naar wat ze níet meer kunnen. De responsabilisering van werkgevers, werknemers én artsen via het verplichte re-integratieplan vormt daarbij een cruciale hefboom.”

Mentaliteits- en gedragsverandering

“Een oplossing voor de stijgende arbeidsongeschiktheid is enkel mogelijk, als werkgevers, werknemers en artsen voluit ervoor willen gaan en de handen in elkaar slaan”, vervolgt Spooren. “Responsabilisering gaat dan om het creëren van een mentaliteits- en gedragsverandering, en niet om het uitdelen van een 'straf' of het doorschuiven van een factuur.” Bijgevolg wordt er ook enkel opgetreden tegen werknemers als een onafhankelijk team van artsen en arbeidsdeskundigen vaststelt dat er nog een resterende capaciteit is, als er via een re-integratieplan een goede begeleiding is voorzien en als er passend werk wordt aangeboden.

“Deze regering heeft al belangrijke resultaten behaald in de strijd tegen werkloosheid en het verhogen van de werkelijke uitstapleeftijd. Met dit akkoord kunnen we ook de veel te hoge instroom in langdurige ziekte terugdringen, om zo bij te dragen tot een meer duurzame en activerende sociale zekerheid”, besluit Spooren.

Lees hier ook een uitgebreider opiniestuk van Jan Spooren over dit onderwerp.