Nochtans leek het de afgelopen maanden alleen maar kommer en kwel. Ouders die met hun kinderen vastzaten in Oeganda, Ethiopië dat zijn adoptiebeleid drastisch bijstuurt, verschillende beleidsniveaus bevoegd voor adoptie die het niet eens zijn, gezaghebbende stemmen die adoptie maar gewoon wilden afschaffen.

Het mag ons allemaal de realiteit van de meeste adopties niet doen vergeten. Voor een kind dat op zoek is naar een warm gezin, voor afstandsouders die zichzelf niet in staat achten om voor een kind te zorgen en voor adoptieouders die een kind in nood willen helpen, blijft adoptie een zegen.

Wie daaraan twijfelt, raad ik aan om een recent onderzoek van de Universiteit van Leiden te bekijken. Volwassen geadopteerden bleken tevredener dan de gemiddelde Nederlander. Dat vind ik sterk. Het heeft misschien te maken met het feit dat een adoptie je dwingt om heel bewust na te denken over alle aspecten van een niet alledaags gezin. Meer dan de helft van de geadopteerden was teruggegaan naar het land van herkomst. Ook adoptieouders bleken erg tevreden over hun gezin. Een kleine tien procent van de ondervraagden was minder tevreden. Vooral mensen die vóór 1975 geadopteerd werden en discriminatie hadden meegemaakt.

Nieuw draaiboek

Natuurlijk kunnen we adoptie nog beter organiseren. Dat doen we hier door interlandelijke adoptiediensten professioneler te laten werken. Deze week vergunnen we één Vlaamse adoptiedienst voor binnenlandse adoptie. En binnenkort zit iedereen die in dit land betrokken is bij adoptie samen om een nieuw draaiboek te maken en zo fiasco's zoals in Oeganda te vermijden. Adoptie op de schop doen, is wegkijken. Wereldwijd groeien 8 tot 12 miljoen wezen en halfwezen op in een instelling, zonder familie, terwijl er bij ons op elke infoavond over adoptie meer dan 500 kandidaat-adoptieouders opdagen. Dan is het onze plicht om de brug te blijven maken tussen kinderen die op zoek zijn naar een gezin en Vlamingen die hun hart en hun huis willen openstellen.