De Coninck wil dat de federale minister van Mobiliteit meer duidelijkheid geeft over de timing van de beheerscontracten en beide spoorbedrijven zelf een timing oplegt. Hij is immers bevoegd als voogdijminister. “Nu laat hij te veel begaan en lijkt er niets vooruit te gaan. Daar moet verandering in komen”, vindt zij.

Kader voor meer autonomie

“De N-VA wil via de beheerscontracten beide spoorbedrijven meer autonomie geven in hun beleid, los van de politiek. Maar daarvoor is het kader van de beheerscontracten nodig. De spoorbedrijven moeten weten welke middelen ze krijgen, maar ook wat daarvoor van hen verwacht wordt. Dat blijft onduidelijk zolang de beheerscontracten in de schuif blijven liggen”, besluit De Coninck.